Ouderschapskennis 2004-1

Ouderschapskennis 2004-1

2004

Omschrijving

Alles tot hulp, niets tot hinder: grootheidswaan, ambivalentie en grenzen in de alliantie tussen ouders en school

Alles tot hulp, niets tot hinder: grootheidswaan, ambivalentie en grenzen in de alliantie tussen ouders en school

In dit artikel laat ik zien hoe we met behulp van psychoanalytische concepten en psychoanalyse als onderzoeksmethode inzicht kunnen krijgen in de verschillende manieren waarop ouders en school elkaar ervaren, vooral als ze met elkaar moeten overleggen over het welzijn van een probleemkind.

Het artikel bestaat uit vier delen:
• een inleiding over de problemen die zich voordoen bij het vormen van een positieve samenwerkingsrelatie;
• een bespreking van de dynamiek van idealisatie;
• een bespreking van de ingewikkelde problemen bij desillusies;
• een deel over processen van herstel in de alliantie tussen school en ouders.
*Daniel Frank PhD was verbonden aan de Orthogenic School of the University of Chicago, die vooral bekend werd door Bruno Bettelheim’s werk aldaar.

Oorspronkelijke titel: Everything to help, nothing to hinder: grandiosity, ambivalence and boundaries in the parent-school alliance. (1992). In: J. Seevak Sanders & Barry L. Childress (Eds.) Severely disturbedyoungsters and the parental alliance. New York, London, Norwood (Austr.): The Haworth Press, Inc.
De oorspronkelijke tekst is door de redactie ingekort.
Meer info
3,90
Als school en ouders vuile was hebben

Als school en ouders vuile was hebben

Om als ouderbegeleider te functioneren in het krachtenveld tussen school en ouders heeft de ouderbegeleider vier ankerpunten uit de cliëntgerichte stroming ter beschikking. Het inzetten van congruentie, empathie, aanvaarding en negatieve capaciteit voorkomt dat de ouderbegeleider in de rol van bemiddelaar, boodschapper of crisisbedwinger komt en helpt hem zich te richten op het proces dat de ouders doormaken. Door die houding ontstaat er bij ouder en school ruimte waarin ieder de eigen verantwoordelijkheid weer kan opnemen.

Trefwoorden: ouderbegeleiding, school, cliëntgerichte theorie
Bert Krapels is als kinder- en jeugdpsycholoog en als psychotherapeut en ouderbegeleider werkzaam in een eigen praktijk en op de school verbonden aan het Pedologisch Instituut in Den Haag.
Adres-. Beeklaan 476, 2562 BM Den Haag. Tel. 070-3467972.
E-mail: bert.krapels@wanadoo.nl


Inleiding

Als ouder ben je kwetsbaar wanneer het op school niet goed gaat met je kind. Je faalt kennelijk als opvoeder en dat knaagt aan je gevoel van eigenwaarde en geeft schuldgevoelens.
Als leerkracht ben je kwetsbaar wanneer je een probleemkind in de klas hebt en je er met al je pedagogische vaardigheden niet in slaagt het probleem effectief aan te pakken. Zoiets tast je competentiegevoel aan, tenzij je de oorzaak van het probleem buiten jezelf kunt leggen.

Zowel ouder als leerkracht voelen zich aangesproken wanneer het welzijn van een kind in het geding is. Het begrip ‘welzijn’ wordt echter door ouders, leerkracht, schoolleiding, politiek en maatschappij verschillend ingevuld en in de media is al tijden discussie over de vraag op welke welzijnsgebieden van het kind de school wel en niet actief mag of moet zijn. Verslaving? Bestrijding van overgewicht? Zorgen voor het ontbijt? Het zijn maar enkele van de discussieonderwerpen en de grens tussen school- en oudertaken wordt steeds minder duidelijk.
Meer info
3,90
Een leerkracht klapt uit de school

Een leerkracht klapt uit de school

Tussen ouders en leerkracht kunnen om diverse redenen spanningen ontstaan. Aan de hand van mijn ervaringen noem ik er drie: welke afstand houd ik ten opzichte van ouders, hoe ga ik om met verwachtingen van ouders en hoe hanteer ik bedreigingen van een ouder?


Betrokkenheid en afstand

Roshnie zat bij mij in groep 6. Zij was als enige van een Pakistaans gezin in Nederland geboren. Ze was een meer dan gemiddelde leerling met een uitstekende taak/werkhouding. Het persoonlijke contact met haar was wat afstandelijk, maar goed. Met haar ouders was de verstandhouding functioneel.
Vader vertelde mij dat hij zijn dochter had beloofd haar tiende verjaardag groots te vieren.
Meer info
3,90
Een moeder klapt uit de school

Een moeder klapt uit de school

Onze oudste dochter had het als kleuter redelijk naar haar zin op school. Ze kon prima meekomen, ging met een vast groepje kinderen om en bleek zeer slim te zijn. Ze had twee ervaren juffen, het was duidelijk welke juf wanneer voor de klas stond en de juffen leken goed te overleggen. Toch bleek het gedrag van mijn dochter regelmatig ‘onaangepast’ te zijn. En toen bleek ook dat de ene juf dit gedrag ongewenst en hinderlijk vond en op haar strepen bleef staan, terwijl de andere het meer als typisch voor dit kind benoemde en probeerde oplossingen te zoeken. Bij gesprekken met de ene juf voelde ik mij schuldig over het gedrag van mijn kind, bij de andere ervoer ik begrip en steun, terwijl zij ook van mij steun vroeg.
Meer info
3,90
Essay - Gevoelens als commerciële instrumenten

Essay - Gevoelens als commerciële instrumenten

Arlie Russell Hochschild, The Commercialization of Intimate Life. Notes from Home and Work. Berkeley etc.: University of California Press, 2003, 313 pp.
Arlie Hochschild is in Nederland vooral bekend geworden door haar boek The secondshift, vertaald onder de titel De late dienst. Dit boek ging over de veranderingen in de taakverdeling tussen echtgenoten, de onderlinge problemen die daaruit voortvloeien en de invloed daarvan op de gevoelshuishouding van mannen en vrouwen. ‘Gevoelens’ zijn het terugkerende thema in het werk van Hochschild. In de jaren zeventig publiceerde zij een boek over de emotionele kant van het werk van stewardessen en enkele jaren geleden verscheen The time bind, een onderzoek naar de veranderende emotionele betrokkenheid van ouders bij hun kinderen onder invloed van de tijdsdruk waaronder zij in toenemende mate leven. (besproken in O&O 2,1, april 1999.) Het hier besproken boek The commercialization of intimate life is een verzameling artikelen, gebaseerd op dit eerdere onderzoek, waarin de schrijfster haar theoretische uitgangspunten centraal stelt. Hochschild is een vertegenwoordiger van de uitdijende kring van sociale wetenschappers die een ‘sociologie van emoties’ voorstaan en in praktijk brengen. Hun uitgangspunt is dat gevoelens van mensen, zoals Hochschild zegt, ‘sociale oorzaken en sociale gevolgen’ hebben.
Meer info
3,90
Het plein als thermometer van de buurt

Het plein als thermometer van de buurt

Op 28 pleinen in Rotterdam en 180 pleinen in andere steden staat een grote, degelijke, mooi uitgevoerde container. Als de deur open gaat, komen kinderen uit de buurt speelgoed lenen. De speelgoedcontainer maakt van het plein het middelpunt van de buurt: daar treffen kinderen van allerlei leeftijden elkaar (én hun ouders). De container heet Duimdrop en de bedenker ervan is Ton Huiskens. Met hem sprak ik over zijn werk als ondernemer, zijn zorgen over de multiculturele samenleving, en de vraag waar de verantwoordelijkheid van ouders ophoudt en die van de samenleving begint.

Inleiding: niet pamperen maar scherp houden

Je bent sociaal ondernemer

Ik ben gewoon ondernemer. Ik ben directeur/eigenaar van Huiskens, Kaygun en Partners BV en directeur en mede-eigenaar van Werken aan de Stad BV. Wij richten ons op wijken en buurten en op de gemeenschappen daarbinnen. We ontwikkelen allerlei producten en Duimdrop is er een van. Zo zorgen we in opdracht van woningbouwverenigingen dat alles wat in de omgeving van wooncomplexen plaatsvindt op een beetje ordentelijke manier bij de huurder komt. Dat heet ‘floormanagement’. We hebben een werkmodel ontwikkeld waarin we dwars door de lijnorganisatie van die woningbouwvereniging gaan en iedereen aan het werk zetten, samen met de gemeentelijke afdelingen die daar ook nog wat over te zeggen hebben. En we spreken de bewoners aan; ze hoeven niet gepamperd te worden. Het motto is: ‘Dames en heren, het wordt beter als u er zelf wat aan doet.’ We scholen en trainen mensen, en houden ze scherp, ook naderhand. En daarnaast worden hier ondernemersraden geschoold en ontwikkelen we projecten voor jeugd die niet naar school wil.
Meer info
3,90
Hoe verzoeken van ouders om sterilisatie van hun verstandelijk gehandicapte kind werden weggemoffeld in een advies van de Gezondheidsraad

Hoe verzoeken van ouders om sterilisatie van hun verstandelijk gehandicapte kind werden weggemoffeld in een advies van de Gezondheidsraad

Na introductie van het onderwerp, bespreekt de auteur de schaarse gegevens over het fenomeen sterilisatie en enkele praktijkervaringen uit residentiële instellingen voor verstandelijk gehandicapte moeders. Zij vertelt over een bijeenkomst van de Commissie die het in de titel genoemde advies aan de Minister van VWS schreef en waarbij zij als ‘gastdeskundige’ aanwezig was. Het advies zelf wordt kritisch besproken, en ten slotte doet de auteur een voorstel voor een zodanige werkwijze rond verzoeken om sterilisatie dat de ouders van verstandelijk gehandicapten niet naar een zijspoor worden gerangeerd.
Trefwoorden: verstandelijk gehandicapte ouders, sterilisatie.

Dr. Alice van der Pas, ouderbegeleider en gezinstherapeut, is zelfstandig werkzaam als opleider en auteur op het gebied van ouderbegeleiding.
De tekst van dit artikel werd als lezing uitgesproken tijdens een jubileumcongres van de ’Vereniging O en A’ voor orthopedagogen en verwante professionals, op vrijdag 14 november 2003. Het congresthema was: ‘Wie maakt de dienst uit - Macht en onmacht in opvoeding en hulpverlening’.


Hoe vragen van ouders werden weggemoffeld in een advies aan de Minister van VWS

Het onderwerp van dit artikel is niet ‘verstandelijke handicaps’, ook niet ‘sterilisatie’ maar de vraag: wie maakt de dienst uit wanneer ouders vrezen dat hun verstandelijk gehandicapte dochter straks door deze of gene wordt bezwangerd, of opeens zo heel graag een baby wil terwijl ze niet in staat is een kind groot te brengen? En wie maakt de dienst uit wanneer ouders vrezen dat hun verstandelijk gehandicapte zoon, per ongeluk misschien, een meisje zwanger maakt? Om die vraag te illustreren bespreek ik een rapport van de Gezondheidsraad, getiteld ‘Anticonceptie voor mensen met een verstandelijke handicap’2. Volgens dat rapport maakt in de eerste plaats de verstandelijk gehandicapte de dienst uit, vervolgens in hoge mate de huisarts.
Meer info
3,90
In gesprek met een onderzoeker

In gesprek met een onderzoeker

De focus van dit interview is mevrouw Shapiro’s werk als collega van Selma Fraiberg in het Child Development Project1. Dat was tussen 1970 and 1980 2, en de lezers van dit tijdschrift zijn via vertalingen in het jaarlijkse I-nummer al enigszins vertrouwd met het fascinerende casusmateriaal dat de vele publicaties over het Project hebben opgeleverd. Al lezend wordt men ook steeds nieuwsgieriger naar de mensen achter het project. Fraiberg zelf, de oprichtster en motor ervan, stierf in 1981, en haar medewerksters verspreidden zich nadien over de Verenigde Staten. Een van hen was mevrouw Vivian Shapiro Ph.D.: de maatschappelijk werker van casus ‘Greg’ in het artikel ‘Spoken in de kinderkamer’3 en van casus Billy die in het volgende I-nummer verschijnt.
Vivian Shapiro heeft na het befaamde Project veel geschreven op het terrein van ouder-kindrelaties, over het belang van begrip voor andere culturen, en het nut van narratieve theorie als een klinische modaliteit. Zij heeft een privé-praktijk in Princeton, New Jersey, en blijft in werk en publicaties bezig met risicokinderen en risico-ouders. In 2001 publiceerde zij een boek over nieuwe wegen naar ouderschap. Daarin wordt gehechtheidstheorie herzien in het licht van niet-traditionele gezinsvormen. Haar werk richt zich nu op verbreding van ons begrip van gehechtheid in veranderende gezinsmodellen - niet alleen in de Verenigde Staten maar ook elders in de wereld.
Meer info
3,90
Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

VAN DE REDACTIE

KOLOM
Bert Krapels, Déja vu

THEMA I: ‘UIT DE SCHOOL GEKLAPT’, OVER OUDERS EN LEERKRACHTEN
Mirjam Lambermon, Inleiding op het thema
Helmi van der Vos, Een moeder klapt uit de school
Bert Krapels, Als school en ouders vuile was hebben
Hanno van Dam, Een leerkracht klapt uit de school
Nicole Hermans, Op zoek naar mijn positie: over ouderbegeleiding en systeemoptiek
Alice van der Pas, Interview met Agnes de la Rie over school-maatschappelijk werk
Daniel Frank, Alles tot hulp, niets tot hinder


THEMA II: OUDERS IN MEDIA EN BELEID: BESTRAFT OF VERGETEN
Mariëtte Hoogsteder, Inleiding op het thema
Ineke Huibregtsen, Interview met Ton Huiskens over het plein als thermometer van de buurt
Josephine Vogel, Interview met twee beleidsmakers over oudervriendelijk regeren
Alice van der Pas, Hoe verzoeken van ouders om sterilisatie van hun verstandelijk gehandicapte kind werden weggemoffeld in een advies van de Gezondheidsraad


RUBRIEKEN
Surf & Zap | Ineke Huibregtsen, Hangouders

Je naaste buur is beter dan je verre broer | Pui Fan Jiy, ‘Al voed je je kind 100 jaar op, dan nog zijn er 99 bezorgde jaren!’

Wellesnietes | Sleutelhangers en pennen om MEE te promoten

In gesprek met een onderzoeker | Vivian Shapiro, ‘Verandering laat zich niet haasten


LITERATUUR
Essay | Ali De Regt, Gevoelens als commerciële instrumenten

Recensies
Chaim van Unen, De Professionals - Hulpverleners tussen kwetsbaarheid en beheersing
G.H.F. van der Most, e.a. Hechting en therapeutischepleegzorg

Notabene

Summaries
Meer info
Gratis
Interview met Agnes de la Rie over school-maatschappelijk werk

Interview met Agnes de la Rie over school-maatschappelijk werk

In een thema over de relatie ouders-school passeren leerkrachten de revue, directeuren, ouders, schoolbesturen - en de school-maatschappelijk werker. Zijn dat collega-ouderbegeleiders en beschouwen zij de ouders van het schoolkind als hun opdrachtgever wanneer school of leerkracht moppert. Of zijn zij leerkrachtenbegeleiders die bemiddelen wanneer ouders mopperen. Of kinderdeskundigen die proberen alle partijen in het gareel van ‘het belang van het kind’ te krijgen. Of alles tegelijk.
Wie kan dat beter uit de doeken doen dan Agnes de la Rie die al in 1952 stage liep bij het school-maatschappelijk werk in Amsterdam en die in 1987 (met Ineke Aartsen en Wil Teunissen) het eerste Nederlandse boek publiceerde over dit onderwerp.

Sindsdien zette zij samen met enkele collega’s een stevige Functiegroep SMWop poten binnen de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers, en daarnaast beheert zij een informeel adressenbestand van niet-georganiseerde collega’s. Dit eigenhandig bijeengesponnen web van 1300 SMW-ers fungeert als een ‘help desk’ voor de ingeschrevenen doordat De la Rie goedgeefs informatie doorspeelt over scripties, collega’s, literatuur en wat al niet.
Onderstaand gesprek vond plaats op 24 november 2003.
Meer info
3,90
Je naaste buur is beter dan je verre broer

Je naaste buur is beter dan je verre broer

Interview met Pui Fan Jiy, Chineestalig maatschappelijk werkster bij de Blankenberg Stichting te Amsterdam

Van Hong Kong naar Nederland

Mijn ouders zijn afkomstig uit een voormalige Britse Kroon kolonie, Hong Kong. In 1967 kwam mijn vader naar Nederland om als Chinese kok te werken in het restaurant van een oudoom. Hoewel hij moeite had om vrouw en kinderen achter te laten, liet vader deze kans niet voorbij gaan, want de economie in Hong Kong was slecht. Hij kon in Nederland geld verdienen om zijn gezin te onderhouden, maar aanvankelijk zonder zich hier te willen vestigen. Voor mijn moeder was het niet makkelijk met zes kinderen, die zij alleen verzorgde en opvoedde en in verwachting van de zevende. Daarnaast hielp ze een oudtante, de vrouw van de oudoom in Nederland, die acht kinderen had. Omdat die kinderen al wat ouder waren, hoefde moeder alleen voor hun eten te zorgen. Het is in de Chinese cultuur gebruikelijk dat vrouwen in families elkaar helpen.
Meer info
3,90
Kolom - Deja vu

Kolom - Deja vu

Tevreden komen ouders, leerkracht, intern begeleider en psycholoog uit de teambespreking. Ze zijn eruit. Het probleem heeft: een naam. Het probleemgedrag van het besproken kind kan aan PDD-NOS worden toegeschreven. Weliswaar is PDD-NOS een restcategorie voor gedrag dat niet aan alle criteria voldoet om een echte kwalificatie te krijgen, maar ook met zo’n tweederangs omschrijving is iedereen blij. Ouders kunnen met deze ‘diagnose’ aanspraak maken op een financiële ondersteuning uit het leerlinggebonden budget (LGB), de leerkracht weet dat er extra ondersteuning komt en de hulpverlener heeft: een diagnose en tevreden klanten.
Meer info
3,90
Literatuur - nota bene

Literatuur - nota bene

Een allerhande aan artikelen en boeken kort gesignaleerd: Nederlands en anderstalig, oud en nieuw, praktisch en theoretisch, verzorgd (en soms geannoteerd) door Alice van der Pas
Hansen, A.; Berendes, R. & T. Wolke, (2003). Slaapproblemen bij angstige kinderen. Kind en Adolescent Praktijk 1,4: 4-11.
Tussen babytijd en adolescentie heeft 25% van alle kinderen periodiek slaapproblemen. Je kunt een kind niet dwingen te slapen, en angst laat zich moeilijk verhelpen, en dus is een kind dat niet slaapt uit angst een lastige puzzel voor ouders. En fysiek uitputtend voor alle betrokkenen. Drie praktijkvoorbeelden illustreren het belang van zorgvuldige analyse van het probleem, en van vindingrijke en vastberaden therapeuten. Zij hoeven beslist niet alle problemen in het gezin op te lossen om het angst/slaapprobleem te verhelpen.
Meer info
3,90
Literatuur - Recensies

Literatuur - Recensies

De Professionals - Hulpverleners tussen kwetsbaarheid en beheersing, Chaim van Unen (2003). Delft: Eburon. ISBN 905166771 X. (232 pp., tweede herziene druk)

‘Omdat hulpverleners zowel gelegitimeerd als gekwalificeerd zijn tot ingrijpen in het verstoorde leven van een hulpzoekende en dus kwetsbare ander, zijn zij zowel professioneel als moreel verplicht tot regelmatige zelfreflectie. Op grond daarvan kunnen zij een beter inzicht verwerven in hun eigen zowel bekende als potentiële mogelijkheden, alsmede in de vraag hoe betrouwbaar de eigen attitude voor de hulpzoekende is.’

Een pleidooi voor doorgaande supervisie en intervisie, dacht ik dus, toen ik deze stelling las in de inleiding van dit boek. Wie zou daar tegen zijn? Van Unen zeker niet; hij werkte behalve in het vormingswerk als docent aan de Voortgezette Opleidingen voor Maatschappelijk Werk. Zijn discipline is echter de filosofie, in het bijzonder ethiek en antropologie, en de hierboven geciteerde stelling blijkt geen open deur te zijn maar het begin van een bijzonder boek over de vraag wat nu eigenlijk de professionaliteit van hulpverleners uitmaakt. Van Unen interviewde voor dat doel 15 hulpverleners (maatschappelijk werkenden, psychiaters en psychotherapeuten) en 3 staffunctionarissen.
Meer info
3,90
Op zoek naar mijn positie; over ouderbegeleiding en systeemoptiek

Op zoek naar mijn positie; over ouderbegeleiding en systeemoptiek

De ouderbegeleider heeft een ingewikkelde dubbelrol: enerzijds als begeleider van het ouder- en gezinssysteem, anderzijds als consulent voor verscheidene bij het kind betrokken partijen. Aan de hand van een casus over een conflict tussen school en ouder wordt beschreven welke dilemma’s hierbij kunnen ontstaan. Reflectie op het eigen handelen, ouderschapstheorie en systeemdenken leiden tot een veranderde opstelling van de ouderbegeleider. Zo wordt een impasse in de samenwerking tussen ouders en een school voor speciaal onderwijs doorbroken.

Nicole Hermans is orthopedagoog en werkt als ouderbegeleider bij de Effatha Guyot Groep, een instelling voor zorg en onderwijs aan doven, slechthorenden en communicatief beperkten. E-mail\ n.hermans@kegg.nl


Inleiding

Als orthopedagoog was ik gewend kindgericht te denken. Toen ik als ouderbegeleider ging werken merkte ik dat ik een minder kindgerichte positie moest innemen. In recente Nederlandse literatuur wordt in dat verband geregeld gesproken over ‘de ouderbegeleidende positie’, en gedurende een opleiding ouderbegeleiding kreeg dit begrip voor mij steeds meer inhoud. Ik begin met een korte toelichting op dat uitgangspunt, waarna ik aan de hand van een casus beschrijf wat ouderbegeleiding in het kader van een school kan betekenen en welke ontwikkeling ik zelf daarin doormaakte.
Meer info
3,90
Summaries

Summaries

Summaries
Meer info
3,90
Surf & zap

Surf & zap

Surf & zap
Meer info
3,90
Thema 1: ‘Uit de school geklapt) over ouders en leerkrachten

Thema 1: ‘Uit de school geklapt) over ouders en leerkrachten

Een thema over de school. Eindelijk, zou ik zeggen.
Niet alleen omdat kinderen zo’n groot deel van hun dag daar doorbrengen. En omdat ze daar zo veel belangrijke ervaringen opdoen, cognitief, sociaal en emotioneel, leuke en niet-leuke.
Niet alleen omdat ouders zulke grote zorgen kunnen hebben over niet-leuke ervaringen van hun kinderen op school.
Meer info
3,90
Thema II: Inleiding op het thema

Thema II: Inleiding op het thema

Ouderschap is vergelijkbaar met voetbal; iedereen heeft er een mening over. Er wordt op veel plaatsen en door veel mensen onderzocht, gedacht en gesproken over zaken die ouders aangaan en dit komt gedeeltelijk via de media tot ons. Ouders zouden meer zus, kinderen moeten meer zo. Deze beeldvorming over ouderschap vormt een contextuele factor of omstandigheid (Van der Pas, 2003) die ouderschap beïnvloedt. Hij zegt namelijk iets over of en hoe onze samenleving ouderschap erkent en waardeert.
Ruim een jaar geleden vatte de redactie het idee op om aandacht te besteden aan ouders in media en beleid met als vraag: welke beelden en informatie over ouders en ouderschap bereiken ons via media, beleidsstukken en beleidsmakers?

De vraag bleek makkelijker gesteld dan beantwoord. ‘Media en beleid’ is te veelomvattend om te onderzoeken. In dit thema zijn daarom de volgende keuzes gemaakt. Beleid is bekeken vanuit het gezichtspunt van enkele beleidsmakers en adviseurs op het gebied van jeugdzorg en gezinsbeleid. Josephine Vogel interviewde twee juristen die betrokken zijn bij onder andere de Wet op de Jeugdzorg, scheidings- en omgangsrecht, en opvoedingsbeleid. Het perspectief van de ouderbegeleiding komt aan bod in de analyse die Alice van der Pas maakte van een rapport door de Gezondheidsraad. Ten slotte is er het perspectief van een onafhankelijk uitvoerder van beleid, een maatschappelijk ondernemer en eigenaar van een organisatie die door gemeenten wordt ingehuurd voor de uitvoering van jeugd- en sociaal beleid in wijken en buurten.
Meer info
3,90
Twee beleidsmakers over oudervriendelijk regeren

Twee beleidsmakers over oudervriendelijk regeren

Mr. E.J. (Erik) Nicolai is juridisch stafmedewerker bij de Nederlandse Gezinsraad. Mr. drs. J. (Jeanette) Kok is wetgevingsjurist bij het Ministerie van Justitie. Beiden praten over de totstandkoming van beleid op het terrein van de jeugdzorg. In hoeverre heeft men oog voor de belangen van ouders? En voor opvoeding? Een gesprek over de behoefte aan een samenhangend gezinsbeleid, over een antiek pakket van kinderbeschermingsmaatregelen, en de stand van zaken in het familierecht.
Trefwoorden: gezinsbeleid, familierecht

Inleiding

De redactie sprak met twee beleidsmakers over de totstandkoming van beleid op het terrein van ouderschap en opvoeding. De ene, Jeanette Kok werkt als wetgevingsjurist (sector privaatrecht) bij de directie Wetgeving op het Ministerie van Justitie. Zij is direct betrokken bij de Wet op de Jeugdzorg en houdt zich ook nog specifiek bezig met scheiding en omgang, en met huiselijk geweld. De andere, Erik Nicolai is als juridisch stafmedewerker verbonden aan de Nederlandse Gezinsraad (NGR). Nog net, want na vier en half jaar werkzaam te zijn geweest bij dit onafhankelijke instituut wordt hij docent aan de Juridische Hogeschool in Tilburg.
In de interviews wordt duidelijk dat Kok op een politiek gevoelige plek zit en Nicolai niet. Hij is geprononceerder in zijn uitspraken, zij is voorzichtiger. Hij stelt, zij vraagt zich af.
Meer info
3,90
Van de redactie

Van de redactie

Als kinderen iets uithalen krijgen ouders de schuld. Wethouders, beleidsmakers en kamerleden rollen over elkaar heen in de haast hun oplossing voor het voetlicht te brengen: opvoed-cursussen, boetes en zelfs het hele gezin dwingen te verhuizen naar een andere buurt.

In het thema Ouders in media en beleid wordt besproken hoe het heersende beeld over ouderschap vorm krijgt in beleid en hoe weinig steunend dat is voor ouders.
Meer info
3,90
Welles nietes

Welles nietes

Redactie en lezers in gesprek

Sleutelhangers en pennen om MEE te promoten

Hebt u ook in december een brief gekregen met een pen of sleutelhanger erin en de mededeling dat de SPD’s in 2004 MEE gaan heten en waarom dat nuttig en nodig is\ Via een kleine opiniepeiling per e-mail heeft een redactielid spontane reacties vergaard van enkele collega’s in de ambulante hulpverlening voor mensen met een verstandelijke handicap en hun ouders. Een selectie, anoniem, volgt hieronder.
Meer info
3,90