Omschrijving
Met dit rapport doen we verslag van een verkennend onderzoek naar de vraag in hoeverre de signalering van kenmerken van hoogbegaafdheid voldoende inclusief is voor kinderen met een migratieachtergrond in het primair onderwijs. Uit eerder onderzoek blijkt dat deze kinderen aanzienlijk minder vaak als hoogbegaafd worden herkend dan kinderen zonder migratieachtergrond. Deze verkenning biedt verschillende mogelijke verklaringen voor deze ongelijkheid.
We baseerden ons op literatuuronderzoek en voerden 6 individuele interviews en drie groepsgesprekken uit met experts op het gebied van hoogbegaafdheid, ouders/verzorgers van kinderen met een migratieachtergrond en onderwijs- en zorgprofessionals die werken met kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid. In totaal participeerden 18 deelnemers in dit onderzoek.
Een belangrijk resultaat is het ontbreken van een eenduidige definitie van hoogbegaafdheid in de praktijk. In combinatie met beperkte kennis bij onderwijs- en zorgprofessionals vergroot dit de kans op subjectieve oordelen en stereotype beelden, waardoor de (cognitieve) capaciteiten van kinderen met een migratieachtergrond niet altijd worden herkend én erkend. Ook lijkt er sprake te zijn van culturele en talige bias in signaleringsinstrumenten en intelligentieonderzoeken. Ouders/verzorgers van kinderen met een migratieachtergrond voelen zich bovendien regelmatig niet serieus genomen en ervaren drempels in de toegang tot intelligentieonderzoek en passende ondersteuning. Uit de literatuur en de interviews met ouders/verzorgers, onderwijsprofessionals, hoogbegaafdheidsexperts en zorgprofessionals komt dus een eenduidig beeld naar voren: de signalering van kenmerken van hoogbegaafdheid lijkt op dit moment nog onvoldoende inclusief.
We concluderen dat hoogbegaafde kinderen met een migratieachtergrond mogelijk te maken hebben met een dubbele ongelijkheid: enerzijds doordat leraren beschikken over beperkte kennis over hoogbegaafdheid in het algemeen, en anderzijds door een gebrek aan aandacht voor diversiteit en (onbewuste) vooroordelen. Professionals hanteren vaak een benadering die uitgaat van de dominante norm, waardoor signalen van hoogbegaafdheid bij een grote groep kinderen over het hoofd worden gezien, waardoor deze kinderen niet altijd de erkenning en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.
Op basis van de resultaten van deze verkenning pleiten we voor een eenduidige definitie van hoogbegaafdheid, waarin ruimte is voor verschillende uitingsvormen van hoogbegaafdheid. Daarnaast pleiten we voor het stimuleren van reflectie op vooroordelen bij professionals en het vergroten van de competenties ten behoeve van diversiteitssensitief werken met kinderen en hun ouders/ verzorgers. Ook transparante, eenduidige en inclusieve procedures van signalering kunnen bijdragen aan het overbruggen van de barrières in het (h)erkennen van kenmerken van hoogbegaafdheid bij kinderen met een migratieachtergrond.