In deze bijdrage ga ik in op het belang van de peergroup voor de individuele ontwikkeling. De peergroup heeft echter nier voor elke jeugdige dezelfde betekenis. Zo kan de peergroup voor de ene jeugdige een bron van inspiratie zijn en voor de ander een boze droom. Voor de meeste jeugdigen zal de invloed van de peergroup positief uitpakken, maar er zijn ook jeugdigen die in negatieve zin de invloed van de peergroup ondergaan.
Het belang van de peergroup
Voor de ontwikkeling zijn niet alleen positieve relaties met de ouders van belang. Relaties met leeftijdsgenoten zijn minstens zo belangrijk. Dat is niet altijd onderkend. Aanvankelijk richtte de wetenschappelijke belangstelling zich vooral op de relaties tussen ouders en kinderen vanuit de veronderstelling dat daar de basis voor de toekomstige ontwikkeling wordt gelegd. In de loop der jaren heeft die belangstelling zich uitgebreid tot de relaties met leeftijdsgenoten omdat steeds vaker werd aangetoond dat de peerrelaties eveneens sterk bepalend zijn voor de toekomstige ontwikkeling.
Oudere theoretici zoals Hall, Baldwin en Dewey wezen er al op dat de relaties met leeftijdsgenoten een belangrijk socialisatieveld vormen waarin jeugdigen zich los van het gezin kunnen manifesteren. Binnen de peergroup leert de jeugdige samen te werken en zich als gelijke te gedragen. Inmiddels is het inzicht in de relaties ‘met leeftijdsgenoten sterk gegroeid en wordt gesteld dat zowel vont de emotionele, e cognitieve als de sociale ontwikkeling relaties met peers onmisbaar zijn. Ik ga hier op elk van deze facetten in.
Wat de emotionele kant van de ontwikkeling betreft, blijkt dat jeugdigen in contact met leeftijdsgenoten zich meer bewust worden van de gevoelens van anderen en daarmee ook van de eigen gevoelens. Tegelijkertijd leren ze hoe met deze gevoelens om te gaan, ze onder controle te krijgen en zich te conformeren aan opvattingen die daarover onder leeftijdsgenoten bestaan. In contacten met leeftijdsgenoten worden de jeugdigen ook geconfronteerd met conflicten en leren ze in interacties met elkaar deze te hanteren. Het succesvol leren oplossen van conflicten is erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling. Maar ook verschaft de omgang met leeftijdsgenoten gevoelens van kameraadschap en saamhorigheid. Peers zijn nodig om sociale isolatie te voorkomen en het gevoel te ontwikkelen ergens bij te horen.
In cognitief opzicht ervaart de jeugdige dat de behoeften en meningen van zijn leeftijdsgenoten behoorlijk kunnen verschillen van zijn eigen opvattingen. In onderlinge interacties leren ze daarover te praten en hun meningen bij te sturen. Op basis van gelijkheid wordt de jeugdige geconfronteerd met talrijke discrepanties met betrekking tot zijn eigen denkbeelden. Deze cognitieve evenwichtsverstoringen stimuleren de ontwikkeling. Ook leren de jeugdigen op deze wijze rekening te houden met verwachtingen van anderen en in te schatten wat leeftijdsgenoten wel en niet voor hen kunnen betekenen. Op gedragsniveau spelen leeftijdsgenoten eveneens een belangrijke rol. De jeugdigen maken zich bepaalde vaardigheden eigen om met andere jeugdigen contacten te leggen, met hen te spelen, te praten, te helpen, te luisteren en acties te ondernemen. Ze leren hoe in de peergroup een plaats te krijgen, maar ze leren ook om weerstand te bieden aan de druk van de peergroup. Verder zijn relaties met leeftijdsgenoten van belang om zich meer sociale vaardigheden eigen te maken en daarmee te kunnen oefenen.