De staat van het onderwijs 2019

De staat van het onderwijs 2019

2019
Gratis

Omschrijving

Rapport over trends en ontwikkelingen in het onderwijsstelsel en binnen de onderwijssectoren.

Het Nederlandse onderwijs is gemiddeld nog op niveau. Maar de ontwikkelingen waar de Inspectie van het Onderwijs in de voorgaande jaren al aandacht voor vroeg - zoals teruglopende leerlingprestaties, ongelijke kansen en segregatie - dreigen zich mede onder druk van een ongelijk verdeeld lerarentekort te verdiepen. Om alle leerlingen en studenten een stevige basis mee te geven en te zorgen voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt, zal de onderwijssector nu focus moeten aanbrengen en heldere keuzes moeten maken over gezamenlijke doelen en ijkpunten. Daarnaast moet het onderwijs beter evalueren wat de effecten zijn van de vele experimenten. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in De Staat van het Onderwijs 2019.

Gunstige arbeidsmarktperspectieven, maar niet voor iedereen

Voor Nederlandse jongeren is de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt goed, zeker vergeleken met die in andere landen. Dit is positief. Wel zijn er grote verschillen in uitstroomperspectieven tussen opleidingen. Bij sommige opleidingen heeft een kwart of meer van de gediplomeerden na een jaar nog geen werk. Daarnaast profiteert niet iedereen mee van de gunstige arbeidsmarktperspectieven. Jongeren die minder meeprofiteren zijn vooral ongediplomeerden, leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (vso), leerlingen van het praktijkonderwijs (pro) en studenten van de entreeopleidingen en sommige mbo 2-opleidingen.


Weinig kennis over socialisatie en burgerschap

Onderwijs is meer dan de voorbereiding op de arbeidsmarkt. Het is ook belangrijk voor de betrokkenheid bij de samenleving. Niemand weet goed hoe het hiermee bij jongeren staat, wat onwenselijk is omdat het om een van de kerntaken van onderwijs gaat. Schoolleiders en bestuurders weten dit ook niet en kunnen hier dus slecht op prioriteren of sturen. Wel is bekend dat onze 14-jarigen minder burgerschapskennis en –vaardigheden hebben dan leerlingen in vergelijkbare landen. Ook zijn er grote verschillen tussen groepen leerlingen. Scholen die extra in burgerschap investeren, lijken over de tijd betere uitkomsten te behalen.


Snel passende diploma’s, ongelijkheid loopt niet verder op

 Leerlingen en studenten haalden de laatste jaren steeds vaker een diploma op een hoger niveau. Dit geldt in het bijzonder voor het mbo. Ook deden zij dit sneller dan eerdere cohorten leerlingen. Het goede nieuws is ook dat de kansenongelijkheid niet verder oploopt. Ook al is deze nog hoog, dit is een belangrijke, eerste stap. Op scholen en opleidingen wordt ook steeds meer gedaan aan gelijke kansen. Vooral leerlingen met een migratieachtergrond verkleinen hun achterstand.


Referentieniveaus in basisonderwijs in 2018 onbekend

 Voor wat betreft de prestaties van leerlingen hebben we vorig jaar gemeld dat we zorg hebben over de daling van hoogpresteerders. Deze daling is goed zichtbaar in lange termijn trends in internationale studies, voor het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). Helaas zijn er in 2018 geen goede gegevens over de referentieniveaus in het basisonderwijs beschikbaar, omdat eindtoetsen niet met elkaar te vergelijken zijn. Hiermee is het zicht kwijt op een belangrijk ijkpunt in het onderwijs.


Gebrek aan consensus over ijkpunten in het onderwijs

 Al deze ontwikkelingen laten zien dat het op onderdelen goed gaat met het onderwijs en op andere onderdelen aanvullende aandacht nodig is. Zorgwekkend is dat op een aantal belangrijke onderdelen niet bekend is hoe het gaat. Dit maakt het voor leraren, schoolleiders, bestuurders, overheid en politiek moeilijk om hier beleid op te maken en hierop te sturen. Er is daarbij ook weinig consensus over wat belangrijke ijkpunten zijn