De staat van het onderwijs 2021

De staat van het onderwijs 2021

Gratis

Omschrijving

Hoe kijken we over een jaar of tien terug naar de periode waarin we ons nu bevinden, en naar het onderwijs van afgelopen jaar? In ieder geval zal 2020 in ieders geheugen staan gegrift als het jaar waarin het land en ook het onderwijs geraakt werden door de coronapandemie. De periode waarin de samenleving nog eens extra besefte hoe belangrijk scholen eigenlijk zijn - voor de ontwikkeling van leerlingen en studenten en voor hun welbevinden.

Groot aanpassingsvermogen

Als we op het voorbije jaar terugkijken, zien we hoe de crisis zich in korte tijd ontvouwde, en vooral hoe het onderwijs onmiddellijk reageerde. Vanaf de eerste lockdown zagen onze inspecteurs een enorme gedrevenheid, betrokkenheid en wendbaarheid bij leraren, schoolleiders en besturen. Binnen heel korte tijd hadden de meeste scholen en instellingen de omslag gemaakt naar afstandsonderwijs, gebouwen ingericht op de anderhalvemeterregels of noodopvang geregeld. De crisis vroeg – en vraagt nog steeds – een groot aanpassingsvermogen. Ook van leerlingen en studenten en hun ouders en niet alleen praktisch, maar ook emotioneel. Sociale activiteiten gingen niet door. Sportverenigingen sloten hun deuren. Leerlingen missen hun school en hun klasgenoten, de reuring van de kantine, studenten voelen zich opgesloten in hun studentenkamer. En denk aan de jongeren die de overgang maakten naar het voorgezet onderwijs, naar het mbo of het hoger onderwijs; zij konden niet op de manier waarop ze hadden gehoopt aan hun nieuwe hoofdstuk beginnen.

Corona vergroot bestaande problemen

Iedereen spant zich in om er het beste van te maken. Niettemin, het blijft een crisis en het blijft behelpen. Bovendien zijn er verschillen. Juist de leerlingen die al uit lastiger omstandigheden kwamen, hadden vaker problemen om mee te komen in deze crisis. Het beeld vormt zich nu dat deze leerlingen gemiddeld genomen ook de minste leergroei hebben doorgemaakt. We weten al langer dat er kansenongelijkheid bestaat in het onderwijs. Dit kan leiden tot een tweedeling tussen de grote groep leerlingen die goed toegerust ons onderwijs verlaat, en de leerlingen die zonder goede beheersing van de basisvaardigheden en zonder goede kansen de maatschappij in gaan. Voor de pandemie zagen we al dat die ongelijkheid niet afnam, door allerlei oorzaken en ondanks alle goede intenties. De opgave om alle leerlingen de basisvaardigheden mee te geven die ze nodig hebben in de maatschappij staat onder druk, zo moesten we al in eerdere Staten van het Onderwijs vaststellen. Door de crisis lijkt deze druk te zijn opgelopen.

Maak van de reparatie een renovatie

Het einde van pandemie verschijnt hopelijk aan de horizon, en de ministers hebben het Nationaal Programma Onderwijs na Corona gepresenteerd. Het doel van dit programma is samen met het onderwijsveld de opgelopen achterstand in te lopen en te zorgen voor een duurzaam effect. Daarvoor is een extra bedrag van 8,5 miljard euro beschikbaar. Dat levert een unieke kans op. Want inderdaad, een grootschalige reparatie is noodzakelijk. Maar laten we al die middelen, innovatiekracht en energie inzetten om méér te doen dan alleen het inlopen van de corona-achterstanden, laten we daadwerkelijk zorgen voor duurzame verbetering. Want als de ambitie van de reparatie is om het onderwijs terug te brengen tot de toestand van vóór 2020, dan zijn te veel leerlingen daar niet mee geholpen. We hebben nu de kans om echt een ommekeer te bewerkstelligen, en het onderwijs duurzaam te versterken. Daarom doen wij met deze Staat van het Onderwijs de oproep: maak van de aangekondigde reparatie een renovatie. Benut nu de energie en de investeringen waarmee de gevolgen van corona worden hersteld, en herstel ook de onderliggende oorzaken van de teruglopende basisvaardigheden en de kansenongelijkheid in het onderwijs. Aanpakken én doorpakken, want die kans krijgen we niet snel meer.

Een stevige basis voor alle leerlingen en studenten

Een voorbeeld om inzichtelijk te maken waarom we meer moeten doen dan terug naar 2019. Neem een gemiddelde groep 8 op een reguliere basisschool, een klas van zo’n 25 leerlingen, van vóór corona. In die klas konden zes kinderen al voor de pandemie niet schrijven op het afgesproken basisniveau. Wordt dat later nog in hun schoolloopbaan bijgespijkerd? Of neem de vijftienjarige leerlingen: daarvan kan een kwart niet – of niet meer – lezen op basisniveau. Hoe dat zich verder ontwikkelt in het vo en daarna in het mbo of het ho weten we niet. Wordt dat nog ingelopen voor ze de maatschappij ingaan? Taalvaardigheid, rekenvaardigheid en ook maatschappelijke competenties vormen de minimale basis die iedere jongere moet meekrijgen om zich een volwaardige plaats in de samenleving te kunnen verwerven.

Onderwijs dat gelijke kansen biedt

De klas in het voorbeeld is een gemiddelde klas. Maar sommige leerlingen hebben het geluk op een bovengemiddelde school terecht te komen, al of niet omdat hun ouders in staat waren om doelbewust zo’n betere school te kiezen. En sommige leerlingen, binnen of buiten een gemiddelde groep, hebben ouders met voldoende geld en inzicht om aanvullend onderwijs in te kopen. Daardoor krijgt het onderwijs onbedoeld steeds meer kenmerken van een vrije markt, met alle kansen voor wie de weg kent, maar ook met de voorspelbare achterblijvers. Terwijl het reguliere onderwijs als publieke voorziening het schaduwonderwijs overbodig zou moeten maken.

Durven kiezen

Hoe kan het ons lukken om de trend nu duurzaam te keren en voortaan alle leerlingen mee te nemen? Daar hebben alle betrokkenen een rol in. Allereerst zou de overheid de benodigde richting en de randvoorwaarden moeten bieden. Want als alles belangrijk is, krijgt niets voldoende aandacht. Door duidelijk te kiezen worden scholen en instellingen beschermd tegen overvraging. Een duurzame verbetering vraagt van sommige scholen meer inspanning dan van andere. Daarom zal de overheid ook ongelijk moeten investeren, in middelen en aandacht. Een heldere richting en de juiste randvoorwaarden, dat samen biedt aan leraren en schoolleiders de ruimte om te zorgen voor de noodzakelijke, duurzame verbetering. Zij maken het verschil in de klas.