De Staat van het Onderwijs 2022

De Staat van het Onderwijs 2022

2022 | Inspectie van het Onderwijs
Gratis

Omschrijving

Voorwoord

‘We moeten renoveren en niet alleen repareren.' Dat was onze kernboodschap in De Staat van het Onderwijs vorig jaar. We verwezen naar de afnemende prestaties van onze leerlingen en studenten bij taal, rekenen en in sociaal-maatschappelijke competenties - burgerschap. De oproep deden we in de hoop dat de coronapandemie grotendeels achter ons lag.

Gevolgen van een pandemie
Het liep anders, er kwam nog een nieuw schooljaar met veel discontinuïteit bij. Uitval van leraren, quarantaines en ziekte van personeel en leerlingen vroegen dagelijks crisismanagement op scholen en opleidingen. Van renovatie kon nog geen sprake zijn - het hoofd boven water houden bleek de eerste prioriteit. De professionals in het onderwijs en alle leerlingen en studenten verdienen een groot compliment voor hun incasseringsvermogen en voor hun volharding om er na nieuwe forse tegenvallers het beste van te maken. Het effect op leerlingen en studenten na twee jaar pandemie is duidelijk merkbaar, zo komt ook uit onze onderzoeken naar voren. Sommige leerlingen en studenten hebben moeite om de concentratie en het plezier in het leren terug te vinden. En dat maakt compensatie van de achterstanden lastig. Het langdurige afstandsonderwijs in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs, in totaal respectievelijk veertig en zestig weken, leidde daarnaast vooral tot een verschraling van het onderwijs. We zagen een uitgeklede variant waarin veel rijkdom in het Nederlandse onderwijs niet organiseerbaar bleek. Studenten hebben dat gemist en zij hopen nog compensatie te vinden in het vervolg van hun schoolloopbaan.

Urgentie nog groter
Inmiddels zijn we een jaar verder en in deze Staat van het Onderwijs 2022 concluderen wij dat onze oproep alleen maar aan urgentie gewonnen heeft. Een renovatie is urgent, de situatie is nog onveranderd zorgelijk en de verschillen tussen scholen en leerlingen zijn dit jaar verder toegenomen. Deze verschillen achter de gemiddelden vragen om gerichte aandacht. Datzelfde geldt voor de schoolloopbaan van leerlingen en studenten. Die verloopt nu anders, door de gevolgen van de pandemie, kansrijk adviseren en versoepelde doorstroomeisen. Dat vraagt om een aangepaste begeleiding - ook in het opvolgend onderwijs - zodat ook deze groep leerlingen en studenten de schoolloopbaan succesvol kan doorlopen en afsluiten.

Basis zo snel mogelijk op orde
Zoals we vorig jaar aangaven, als Inspectie van het Onderwijs besteden wij dit jaar en de komende jaren gerichte aandacht aan de basisvaardigheden. Waarom doen wij dat? De beste bijdrage die het onderwijs kan leveren aan het taaie vraagstuk van kansenongelijkheid is ervoor te zorgen dat alle leerlingen voldoende toegerust de maatschappij instappen. Daarvoor zijn reken-, taal- en burgerschapscompetenties essentieel. Onvoldoende toerusting op deze punten veroorzaakt niet alleen persoonlijk leed in iemands leven, de optelsom ervan is een groeiende groep Nederlanders die niet mee kan doen, zich buitengesloten voelt of het eigen leven moeilijk op orde krijgt. Dat veroorzaakt ook veel schade voor de kwaliteit van onze samenleving - we zijn daar nu al dagelijks getuige van. Voldoende toerusting bieden, dat is de kernfunctie van het onderwijs. En daar heeft ook de inspectie een rol bij te nemen.

Wat te doen: vaardigheden van professionals…
Onze verdiepende onderzoeken dit jaar laten zien dat de sleutel om de basis op orde te krijgen vooral ligt in de vaardigheden van onze onderwijsprofessionals. Dat is wellicht een open deur, maar het blijkt toch nodig om er aandacht voor te vragen. Op de vraag wat er nodig is om de taal- en rekenvaardigheden op orde te krijgen, antwoord ruim een derde van scholen, opleidingen en instellingen zelf dat gerichte (bij)scholing van personeel daarvoor noodzakelijk is. Het Nederlandse onderwijs investeert minder dan vele andere landen in na- en bijscholing. En de scholing die wel plaatsvindt is vaak ongericht.

…en bewezen interventies
Intussen lijkt het onderwijs de weg te hebben gevonden van de bewezen effectieve interventies, mede door het Nationaal Programma Onderwijs. Maar het vraagt nog om kennis en vaardigheden om deze interventies ook met succes toe te passen. Die kennis is in Nederland zeker aanwezig, maar lang niet altijd op de goede plaats. Iedereen in het onderwijs kan een bijdrage leveren om dat te verhelpen: wetenschappers en methodemakers, en ook leraren, bestuurders, schoolleiders en onderwijsdirecteuren. De randvoorwaarden om te kunnen investeren in scholing moeten immers wel aanwezig zijn. Nu is investeren in scholing niet altijd even makkelijk in deze tijd van toenemend tekort aan leraren en schoolleiders. Scholen en opleidingen die dit niet meer op eigen kracht voor elkaar kunnen krijgen - door soms de zware omstandigheden waarin zij hun werk moeten doen - verdienen extra hulp en ondersteuning. Onze inspecteurs geven signalen dat deze groep scholen groeiende is. Dat vraagt om een gedifferentieerde aanpak.

De ommekeer: het kan!
De renovatie is urgent, maar het kan ook. Andere landen kwamen eerder in de situatie waarin wij ons nu bevinden en verscheidene daarvan wisten een trendbreuk teweeg te brengen in de neergaande statistieken. Ierland en Zweden zijn aansprekende voorbeelden: die landen bereikten mooie resultaten dankzij focus en langjarige gerichte inzet en door een goede samenhangende sturing, zowel landelijk als op scholen en instellingen. Dat is hoopvol. Ook in ons land zijn er prachtige voorbeelden: scholen die, soms nadat zij door ons als Onvoldoende of Zeer zwak zijn beoordeeld, een krachtige beweging hebben gemaakt naar herstel en verbetering. Vaak is ook het werkplezier en de motivatie van leraren op deze scholen hoog geworden. Zulke voorbeelden geven het vertrouwen dat dit veel vaker kan en dat we ook landelijk op orde kunnen komen. 

Van crisis naar beter
Het coalitieakkoord 2022 spreekt van een masterplan basisvaardigheden en het maakt melding van gerichte investeringsmiddelen om dit tot goede uitvoering te brengen. Het momentum is er om met doorzettingskracht te kiezen voor een stabiele meerjarige aanpak die met een duidelijke focus het onderwijs zal versterken. Op weg naar generaties Nederlanders die volwaardig mee kunnen doen.