Een van de studenten die onlangs meedeed aan een onderzoek om zichzelf beter te leren kennen vroeg zich af hoe het zou zijn als hij een van zijn dierbare familieleden of vrienden zou verliezen. Hij zei:‘lk heb in mijn leven nog nooit een naaste verloren of iemand uit mijn directe omgeving gekend die ongeneeslijk ziek was. Hoe kijk ik straks tegen de wereld aan als een familielid of goede bekende sterft?’ Deze vraag hield hem bezig omdat hij een vermoeden had dat zijn kijk op de wereld wel eens zou kunnen veranderen. Maar wat verandert er dan als je geconfronteerd wordt met het verlies van een dierbare?
Als je plotseling oog in oog komt te staan met de dood van je opa, je oma, een van je ouders, een broer, zus, oom, tante, neef, nicht, vriend, vriend- in? Is de wereld en jouw gevoel over de wereld nog hetzelfde? En als dat niet zo s, waarin zit dan het verschil? Verlies je misschien een stuk argeloosheid en naiviteit, een stuk vertrouwen dat je niets kan gebeuren? Volwassenen noemen dat vaak de consequentie van het ‘volwassen’ worden, ervaren en beseffen dat je anderen moet achterlaten, dat je leven ook getekend wordt door verliezen. Dit gevoel van verlies kan heel ingrij- pend zijn. Studenten die meededen aan een gespreksgroep rond rouw en verdriet naar aan- leiding van de dood van een dierbare, getuigen hiervan. De gespreksgroep vond plaats afgelopen najaar in de Studentenkerk op de campus van de KUN, de Katholieke Universiteit Nijmegen.