Feiten en fabels in de overgang van PO naar VO

Feiten en fabels in de overgang van PO naar VO

2023 | Inspectie van het Onderwijs, Nederland
Gratis

Omschrijving

Mede naar aanleiding van de oproep tot kansrijk adviseren van minister Slob in januari 2021, hebben we in het voorjaar van 2021 onderzoek gedaan naar de wijze waarop basisscholen in schooljaar 2020-2021 invulling hebben gegeven aan de adviesprocedure voor leerlingen uit groep 8. De uitkomsten van dit onderzoek zijn te vinden op: Eerste uitkomsten doorstroomonderzoek po schoolloopbanen | Primair onderwijs | Inspectie van het onderwijs (onderwijsinspectie.nl). 
Tijdens dit onderzoek zijn verschillende fabels, die er leven in het onderwijsveld, aan het licht gekomen. Fabels over enkele versus dubbele adviezen, over de mogelijkheden van opstromen en afstromen, over de inhoud en status van plaatsingswijzers, over de mogelijkheid van plaatsingsadviezen geven, over hoe de onderwijsinspectie naar doorstroomgegevens kijkt en welke gegevens over het vervolgsucces van leerlingen beschikbaar zijn. Voor besturen, scholen en andere professionals die bij het adviesproces betrokken zijn, stellen we deze fabels in dit document aan de orde en we beschrijven vooral ook wat het feit is. We geven daarbij ook toelichtingen en voorbeelden.

In groep 8 van de basisschool krijgt elke leerling een advies over het type voortgezet onderwijs dat bij zijn of haar niveau past. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de leerprestaties, maar ook naar ‘zachte’ leerlingkenmerken (zoals werkhouding, motivatie en zelfvertrouwen) en de gehele ontwikkeling op de basisschool. Sinds schooljaar 2014-2015 is niet langer de eindtoets, maar het schooladvies leidend bij de plaatsing van een leerling in het voortgezet onderwijs.
Een schooladvies voor het voortgezet onderwijs kan enkelvoudig zijn: vmbo-b, vmbo-k, vmbo-gt, havo, vwo of dubbel, met twee aan elkaar grenzende schooladviezen: vmbo-b/k, vmbo-k/gt, vmbo-gt/havo, havo/vwo. Indicatiestellingen voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) of praktijkonderwijs (pro) staan los van het schooladvies. De basisschool bepaalt dus niet zelf of een leerling in aanmerking komt voor lwoo of pro voor het schooladvies. 
Het schooladvies is leidend voor de toelating tot het voortgezet onderwijs. De doorstroomtoets geldt voor alle leerlingen als tweede gegeven. Wanneer het resultaat op de doorstroomtoets hoger uitvalt dan verwacht, moet de basisschool het advies naar boven bijstellen. Alleen als het in het belang is van de leerling, kan de school besluiten het advies niet te verhogen. De school moet dit motiveren. Wanneer het resultaat op de doorstroomtoets lager is dan verwacht, dan wijzigt de basisschool het schooladvies niet.
Sinds schooljaar 2018-2019 bestaat het advies op basis van de eindtoets uit vijf dubbele toetsadviezen pro/vmbo-b, vmbo-b/k, vmbo-k/gt, vmbo-gt/havo en 
havo/vwo en het enkelvoudige toetsadvies vwo. De dubbele toetsadviezen zijn er voor bedoeld om leerlingen zoveel mogelijk kansen te gunnen. Een enkelvoudig schooladvies wijkt daardoor per definitie (m.u.v. vwo) af van het toetsadvies. Dit betekent dat een school het schooladvies verplicht moet heroverwegen bij een toetsadvies dat een half niveau naar boven afwijkt. 
De basisschool geeft een advies voor de schoolsoort in het voortgezet onderwijs aan de leerling en diens ouders. De leerling en de ouders bepalen vervolgens zelf bij welke VO-school de leerling wordt ingeschreven. VO-scholen moeten leerlingen minimaal op het niveau plaatsen dat door de basisschool is geadviseerd. Als de leerling en ouders zelf naar beneden willen afwijken ten opzichte van het gegeven schooladvies, dan moeten de ouders hiervoor nadrukkelijk toestemming geven aan de VO-school.