Gevolgen van lange detenties  - Een literatuurstudie naar de gevolgen van het leefklimaat in detentie voor langgestrafte personen

Gevolgen van lange detenties - Een literatuurstudie naar de gevolgen van het leefklimaat in detentie voor langgestrafte personen

Gratis

Omschrijving

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de regering het WODC gevraagd om de gevolgen van lange detenties voor veroordeelde personen te onderzoeken.

De aanleiding hiervoor zijn een aantal beleidsveranderingen die er aan bijdragen dat meer mensen in Nederland langer in detentie zullen zitten. Aangezien uit veel eerder onderzoek al bekend is dat detentie negatieve gevolgen heeft voor (langgestrafte) gedetineerde personen wordt dit niet opnieuw onderzocht. In plaats daarvan is in dit onderzoek bekeken wat de gevolgen van de omstandigheden in detentie zijn voor langgestrafte gedetineerde personen. Alle omstandigheden in detentie die gevolgen hebben voor gedetineerde personen vallen onder het begrip leefklimaat. Het huidige onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een literatuurstudie met als hoofdvraag: Wat is bekend uit Nederlands en internationaal wetenschappelijk onderzoek over de gevolgen van het leefklimaat in detentie voor langgestrafte gedetineerde personen? Hierbij maken we (in navolging van eerder onderzoek; Boone et al., 2016; Palmen et al 2019; Van Ginneken et al., 2018) gebruik van een indeling van het leefklimaat in zes dimensies, namelijk: veiligheid, autonomie, contacten binnen detentie (met detentiepersoneel en medegedetineerde personen), contacten buiten detentie, zinvolle dagbesteding en fysieke omgeving en faciliteiten.

Daarnaast bespreken we apart het effect van beveiligingsniveau, omdat het niet altijd duidelijk is op welke dimensies van het leefklimaat beveiligingsniveaus van elkaar verschillen. Per dimensie beschrijven we wat er bekend is uit eerder onderzoek over de gevolgen van het leefklimaat voor welzijn en gezondheid, gedrag, recidive en re-integratie van langgestrafte (drie jaar of langer) en middellanggestrafte (één tot drie jaar) gedetineerde personen. Het doel van deze studie is enerzijds een overzicht te geven van de gevolgen van het leefklimaat in detentie voor (middel)langgestrafte personen maar anderzijds ook om concrete handvatten te bieden hoe het leefklimaat voor (middel)langgestrafte personen in Nederlandse PI’s kan worden aangepast om de negatieve gevolgen van (middel)lange detenties voor gedetineerde personen te verminderen. Het creëren van omstandigheden in detentie die bijdragen aan het welzijn en gedrag en het terugdringen van recidive van (middel)langgestrafte personen draagt uiteindelijk bij aan de veiligheid in detentie en de veiligheid van de maatschappij.

Methode

Om de hoofdvraag te beantwoorden is empirisch onderzoek verzameld dat inzicht geeft in de gevolgen van (de verschillende dimensies van) het leefklimaat voor gedetineerde personen. De literatuur is in eerste instantie gezocht door met een groot aantal zoektermen (zoals autonomy, safety in combinatie met prison of detention en/of met uitkomstmaten zoals recidivism of misconduct) te zoeken in Google Scholar of Web of Science. Vervolgens is ook gezocht in geciteerde en citerende studies van gevonden relevante studies. Er is alleen onderzoek opgenomen onder volwassen personen die middellang (één tot drie jaar) of lang (drie jaar of langer) in detentie verblijven. Er zijn twee redenen waarom we detenties vanaf drie jaar als lang beschouwen en we ook empirisch onderzoek onder middellang gestrafte personen meenemen. Ten eerste komen nog langere straffen in Nederland en veel landen met een vergelijkbaar detentieklimaat nauwelijks voor. Een te krappe definitie van lange detenties zal daarom vooral onderzoek opleveren in landen met een onvergelijkbaar detentieklimaat, waar de gevolgen van het leefklimaat mogelijk ook anders zijn. Ten tweede kan (op basis van de theorie) worden verwacht dat effecten gevonden bij minder langgestrafte personen even sterk of sterker zullen optreden bij langer gestrafte personen. Bevindingen uit onderzoek onder minder langgestrafte personen zullen daarom waarschijnlijk ook van toepassing zijn op langer gestrafte personen. Onderzoek onder korter gestrafte personen of waarin geen informatie wordt gegeven over de detentieduur is weggelaten. Alleen onderzoek gepubliceerd sinds 2000 in het Nederlands of Engels is meegenomen. Er is zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek geselecteerd. Een beperkt aantal kwantitatieve studies bekijkt het causale effect van het leefklimaat op uitkomsten van gedetineerde personen. De meeste kwantitatieve studies bekijken de samenhang tussen het leefklimaat en uitkomsten van gedetineerde personen, in dat geval zijn alleen studies meegenomen waarin ook rekening gehouden wordt met andere variabelen die van invloed kunnen zijn op de samenhang (controlevariabelen). Er zijn uiteindelijk 168 empirische studies en 47 overzichtsstudies opgenomen die inzicht geven in de gevolgen van het leefklimaat voor (middel)langgestrafte personen.

Belangrijkste bevindingen

Veiligheid Kwantitatief onderzoek onder langgestrafte en middellanggestrafte personen laat overtuigend zien dat onveiligheid en slachtofferschap in detentie samenhangen met minder welzijn en gezondheid, meer wangedrag en meer recidive. Ook kwalitatief onderzoek laat zien dat onveiligheid negatieve gevolgen heeft voor het welzijn van langgestrafte gedetineerde personen. Er is slechts een beperkt aantal studies naar de relatie tussen (on)veiligheid en middelengebruik en die vinden over het algemeen geen samenhang. Hoewel de meeste gedetineerde personen in Nederlandse PI’s zich behoorlijk veilig voelen, wordt detentie door kwetsbare groepen zoals zedendelinquenten of transgender personen als minder veilig ervaren. Autonomie Autonomie in detentie wordt ten eerste bepaald door keuzevrijheid. Daarnaast is het van belang dat mensen weten waar ze aan toe zijn (voorspelbaarheid) en invloed kunnen hebben op hun leven (outcome control). Empirisch kwalitatief onderzoek laat zien dat een gebrek aan autonomie in detentie negatieve gevolgen heeft voor het welzijn en de mentale gezondheid van langgestrafte gedetineerde personen en hun mogelijkheden om te functioneren in de maatschappij. Ook laten kwalitatieve studies zien dat een gebrek aan outcome control leidt tot stress, angst, frustratie en een slechte gezondheid. Er is slechts een beperkt aantal studies naar de relatie tussen autonomie en wangedrag of recidive. Hierin wordt geen samenhang tussen autonomie en wangedrag gevonden, maar wel overwegend dat meer autonomie samenhangt met een lagere recidive. 

Contacten met detentiepersoneel

Kwalitatief onderzoek laat zien dat een respectvolle en eerlijke bejegening door detentiepersoneel van belang is voor het welzijn en de gezondheid van (middel)langgestrafte gedetineerde personen. Ook veel kwantitatief onderzoek laat zien dat een respectvolle en eerlijke behandeling samenhangt met meer welzijn en minder wangedrag. Er is slechts een beperkt aantal studies naar de relatie tussen enerzijds contacten met detentiepersoneel en anderzijds middelengebruik of recidive van (middel)langgestrafte gedetineerde personen. Hierin wordt gevonden dat een respectvolle en eerlijke bejegening samenhangt met evenveel of minder middelengebruik en met evenveel of minder recidive. Contacten met medegedetineerde personen Kwalitatief onderzoek laat zien dat contacten met medegedetineerde personen enerzijds zorgen voor stress en onveiligheid en daarom negatieve gevolgen hebben voor het welzijn en de gezondheid van (middel)langgestrafte gedetineerde personen. Anderzijds zijn er ook positieve relaties met medegedetineerde personen die (sociale) steun bieden en juist positieve gevolgen hebben voor het welzijn en de gezondheid van (middel)langgestrafte gedetineerde personen. Ook laat kwalitatief onderzoek zien dat medegedetineerde personen zowel kunnen aanzetten tot als weerhouden van middelengebruik en wangedrag bij andere gedetineerde personen. Daarnaast blijkt uit kwalitatief onderzoek dat veel langgestrafte personen het fijn vinden om met andere langgestrafte personen op de afdeling te zitten, dit geeft meer rust omdat de groep niet steeds verandert en langgestrafte personen er ‘binnen’ het beste van moeten maken en daarom minder problemen veroorzaken. Kwantitatief onderzoek laat zien dat personen die meer sociale steun ervaren en die positiever zijn over de contacten met medegedetineerde personen meer welzijn ervaren. In het beperkte aantal kwantitatieve studies naar de samenhang tussen contacten met medegedetineerde personen en wangedrag of recidive wordt geen samenhang gevonden.

Contacten met de buitenwereld

Empirisch onderzoek vindt enkele negatieve, maar vooral veel positieve gevolgen van contacten met de buitenwereld (zoals bellen, brieven schrijven of bezoek ontvangen) voor welzijn en gezondheid van (middel)langgestrafte gedetineerde personen. Kwalitatief onderzoek laat zien dat plaatsing nabij vrienden en familie en bezoekuren in het weekend van belang zijn om bezoek mogelijk te maken. Het kwantitatief onderzoek laat zien dat telefonische contact met en sociale steun van contacten buiten detentie samenhangen met minder wangedrag. Bezoek hangt in het kwantitatief onderzoek zowel samen met meer, evenveel als met minder wangedrag. Wanneer bezoek samenhangt met meer wangedrag gaat het voornamelijk om het bezit van contrabande. Kwantitatief empirisch onderzoek laat overtuigend zien dat contacten met de buitenwereld (via bezoek of (video)bellen) samenhangen met minder recidive en betere re-integratie-uitkomsten.

Zinvolle dagbesteding

Kwalitatief onderzoek laat zien dat zinvolle en uitdagende dagbesteding langgestrafte gedetineerde personen helpt om te gaan met het leven in detentie, hun leven zin kan geven, bijdraagt aan hun welzijn en mentale gezondheid en aan hun mogelijkheden voor re-integratie in de maatschappij en minder recidive. Het werk in detentie wordt door (middel)langgestrafte personen in Nederland echter vaak als eentonig en weinig zinvol ervaren. Kwantitatief onderzoek laat zien dat meer mogelijkheden voor zinvolle dagbesteding samenhangen met meer welzijn, minder wangedrag en minder middelengebruik onder (middel)langgestrafte gedetineerde personen. Werken in detentie hangt samen met minder wangedrag maar niet altijd met minder recidive of betere re-integratie-uitkomsten. Het volgen van opleidingen in detentie hangt samen met minder recidive en betere re-integratie-uitkomsten maar in verschillende onderzoeken wordt zowel een samenhang met minder, evenveel als meer wangedrag tijdens detentie gevonden. Er is zeer veel onderzoek naar de gevolgen van specifieke interventies in detentie (zoals specifieke programma’s, trainingen of behandelingen). Overzichtsstudies laten zien dat vooral interventies gebaseerd op cognitieve gedragstherapie samenhangen met meer welzijn, minder wangedrag en minder recidive.

Fysieke omgeving en faciliteiten

Empirisch onderzoek laat zien dat een groene omgeving (natuur), een prettige omgeving (qua geluid, temperatuur, goede bedden, rommel) en goede faciliteiten (douches, keukens) samenhangen met meer welzijn en gezondheid en minder wangedrag onder (middel)langgestrafte gedetineerde personen. Plaatsing in een meerpersoonscel hangt niet direct samen met welzijn, gezondheid of wangedrag van (middel)langgestrafte personen, wel voelen mensen in meerpersoonscellen zich minder veilig en hebben ze minder goede contacten met detentiepersoneel. Een gebrek aan (vertrouwen in) goede zorg in detentie hangt samen met minder welzijn en gezondheid. Er zijn slechts een beperkt aantal studies naar de relatie tussen de fysieke omgeving en recidive, in deze studies wordt gevonden dat (tevredenheid met) een aantrekkelijker fysieke omgeving samenhangt met evenveel of minder recidive. Wanneer de fysieke omgeving niet geschikt is voor oudere of mindervalide personen heeft dit negatieve gevolgen voor hun welzijn en gezondheid.

Beveiligingsniveau

Personen met een hoger risico op wangedrag, een grotere kans om te ontvluchten of een grotere kans om (opnieuw) ernstige delicten te plegen worden in strengere regimes of hogere beveiligingsniveaus geplaatst waar zij minder autonomie, mogelijkheden voor contacten met de buitenwereld of voor zinvolle dagbesteding hebben. Er is geen onderzoek naar het causale effect van plaatsing in een hoger beveiligingsniveau op het welzijn van gedetineerde personen. Onderzoek onder (middel)langgestrafte personen naar het causale effect van plaatsing in een hoger beveiligingsniveau laat zien dat dit leidt tot meer recidive. Er wordt geen effect gevonden van plaatsing in een hoger beveiligingsniveau op wangedrag of op ernstig (gewelddadig) wangedrag. Plaatsing in een hoger beveiligingsniveau leidt wel tot minder regelovertredingen of andere vormen van minder ernstig wangedrag.