Het beeld van het kind in de spiegel van het wetenschappelijk onderzoek

Het beeld van het kind in de spiegel van het wetenschappelijk onderzoek

Productgroep Het kind als spiegel van de beschaving
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Nieuwbenoemde hoogleraren aanvaarden hun ambt, zoals dat heet, meestal met het uitspreken van een openbare rede, een gebeurtenis die zelden zorgt voor onrust, behalve misschien bij de orator zelf die zich zorgen maakt over zaken als de receptie achteraf. In maart 2002 echter, zorgde een oratie van Marianne Riksen-Walraven, hoogleraar aan de Universiteit van Nijmegen, voor heuse beroering, variërend van bezorgde krantenartikelen tot vragen in de Kamer.

Aanleiding voor dit alles waren haar uitspraken over de mogelijke negatieve gevolgen van langdurig crèchebezoek, met name de ontwikkeling van ernstige gedragsproblemen zoals agressiviteit. Uitspraken hierover waren onder andere gebaseerd op langdurig onderzoek bij een grote groep crèchebezoekende baby’s en peuters in de Verenigde Staten. Aan dit onderzoek hebben vele onderzoekers een bijdrage geleverd, maar een van de meer spraakmakende (of spraakzame) onderzoekers, Jay Belsky, heeft zich erg ingespannen om te verhinderen dat deze bevindingen onder tafel zouden worden geveegd, bijvoorbeeld door diegenen die vinden dat ze economisch onwelgevallig zouden zijn. Volgens hem wordt de betekenis van de bevinding dat kinderen zich agressiever ontwikkelen naarmate ze meer tijd in de crèche doorbrengen, ongeacht de kwaliteit van de zorg in die crèche overigens, vooral bestreden, zoniet geridiculiseerd door feministische (academische) vrouwen die hierin een zoveelste signaal zien van een terugkerende het-recht-van-de-vrouw-is-het-aanrecht-beweging. Een reactie op het politieke discussieforum Weerwoord van 2 maart 2002 illustreert deze angst van Belsky: de correspondent(e) schrijft dat de stelling dat de crèche de agressie bevordert ‘gewoon weer’ zo’n ‘moeders blijf thuis op uw kinderen passen, laat uzelf onderdrukken door uw man en ga vooral verder met het huishouden’-boodschap is.