Kwaliteitsvolle kleuterparticipatie: Een onderzoek en een bron van inspiratie

Kwaliteitsvolle kleuterparticipatie: Een onderzoek en een bron van inspiratie

Gratis

Omschrijving

Sinds het jaar van de kleuter (2007-2008) staat kleuterparticipatie hoog op de onderwijsagenda. Het aandeel ingeschreven kleuters en ook de aanwezigheidsgraad van die kleuters ligt in Vlaanderen al heel hoog. Toch zijn er nog steeds kleuters die niet of onvoldoende naar school gaan, hetgeen een negatieve impact heeft op hun verdere schoolloopbaan. In veel gevallen gaat het bovendien over kleuters uit kwetsbare gezinnen die er net baat bij hebben om op vroege leeftijd deel te nemen aan onderwijs.

Voor dit onderzoek concretiseerden we kleuterparticipatie in zes hefbomen: (1) kwaliteitsvolle interactie, (2) educatief partnerschap, (3) educare, (4) visie, (5) beleid en (6) afstemming met partners. Zes items die belangrijk zijn niet alleen voor het verhogen van kleuterparticipatie, maar ook voor een kwaliteitsvolle invulling van het begrip.

De resultaten

Kwaliteitsvolle interactie: bevorderen de scholen de kwaliteitsvolle interacties met en tussen kleuters? Opvallend (én een opsteker voor het Vlaamse kleuteronderwijs) is dat in zo goed als alle bezochte scholen de kleuteronderwijzers1 op een warme, laagdrempelige wijze omgaan met de kleuters. Er is wel nog ruimte voor vertaling van deze positieve grondhouding naar een meer bewuste omgang met de diversiteit binnen de groep kleuters.

De executieve functies zijn als concept nog weinig gekend bij kleuteronderwijzers. Kleuteronderwijzers besteden binnen hun aanbod wel impliciet aandacht aan aspecten van executieve functies en zetten vaak sterk in op de zelfstandigheid (en met name de zelfredzaamheid) van kleuters. De vertaling van wetenschappelijke inzichten hierover naar de praktijk kan kleuteronderwijzers handvaten bieden om kleuters te ondersteunen in hun ontwikkelingsproces en hen stimuleren tot meer zelfsturing.

Voor het creëren van een krachtige leeromgeving met aandacht voor rijke talige interacties met alle kleuters is er nog een weg te gaan. Centraal hiervoor staat het creëren van kansen voor alle kleuters om vanuit hun leefwereld en handelen tot betekenisvolle taal te komen (bv. door mee te spelen met de kleuters, het onthaalgesprek in kleine groepjes te organiseren of door ook jas-, toilet- en koekjesmomenten ‘talig’ in te vullen). Vanuit dit perspectief wordt de volledige school, met het ganse personeelsteam en leerlingenbestand, een aan te boren bron voor rijke talige interacties.

Educatief partnerschap: bouwen de scholen aan wederkerige, gelijkwaardige relaties met de ouders om de ontwikkeling van de kleuters te bevorderen? Zo goed als alle bezochte scholen zetten in op warme transitiemomenten tussen thuis of kinderopvang en school, maar toch zien we ook nog barrières zoals rode lijnen op de speelplaats (die de ouders niet mogen overschrijden) of het ontbreken van foto’s of materialen uit de thuisomgeving in de klas. Die vertrouwdheid met de diverse thuiscontexten kan trouwens beter: de kleuteronderwijzers zijn niet altijd vertrouwd met de socio-economische en etnisch-culturele diversiteit van hun publiek. Participatie blijft vaak beperkt tot informeren van ouders of tot ouders die praktische ondersteuning bieden bij activiteiten en uitstappen. 

Educare:

Vinden scholen een evenwicht tussen onderwijs – zorg en benutten ze de (ver)zorg(ende) activiteiten ook voor het nastreven van de onderwijsdoelen? Sommige scholen zoeken nog een goed evenwicht tussen zorg en leren. De ‘wachttijden’ die routineen zorgmomenten met zich meebrengen, worden nog niet altijd benut als kansen tot talige interactie. Kinderverzorgers kunnen hier ook toe bijdragen. In scholen met een goede samenwerking met de kinderverzorger wordt hij als een volwaardig teamlid beschouwd en betrokken bij de pedagogisch-didactische aanpak in de klas. Ondanks het feit dat dergelijke samenwerking meer ingang vindt, werken kinderverzorgers in sommige scholen nog volgens een klassieke taakverdeling, lees: in een voornamelijk praktische, verzorgende rol. 

Visie en beleid: hebben de scholen een visie op en een beleid inzake kwaliteitsvolle kleuterparticipatie? Vele scholen nemen een waaier aan initiatieven die we kunnen linken aan de hefbomen van kwaliteitsvolle kleuterparticipatie. Deze initiatieven gaan echter vaak nog niet samen met een bewuste aandacht voor kwaliteitsvolle kleuterparticipatie vanuit een gedragen visie. Noch bewaken de scholen altijd de kwaliteit of effectiviteit van deze initiatieven. 

Afstemming met partners: participeren de scholen aan netwerken of bouwen ze samenwerkingsverbanden uit met het oog op het verhogen van de kleuterparticipatie? Werken aan een kwaliteitsvolle kleuterparticipatie is geen eenmanszaak. Er is een partnerschap nodig met ouders, buurt, welzijnsinitiatieven, met de scholengemeenschap, de gemeente, het LOP, het CLB… De intensiteit en kwaliteit van de lokale samenwerking verschilt sterk van gemeente tot gemeente.