Leer je kinderen minder te tolereren!

Omschrijving

De kern van tolerantie, ofwel verdraagzaamheid, is het verdragen van zaken die je maar moeilijk te verdragen vind. Tolerantie is dus altijd een reactie op twee dingen: aan de ene kant is daar een gedraging, praktijk of situatie die je sterk afkeurt, en aan de andere kant is er je eigen neiging om dat wat je afkeurt te stoppen of ten minste te bestrijden. Wanneer men zich vanuit pedagogisch perspectief met tolerantie, als te cultiveren deugd, bezighoudt, komt de nadruk haast vanzelf op dat laatste te liggen.

Dat kan op twee manieren. Ten eerste kun je proberen te beïnvloeden hoe kinderen omgaan met hun neiging tot onverdraagzaamheid. Het doel is dan dat kinderen, wanneer ze een bepaalde praktijk (bijvoorbeeld vlees eten) van anderen sterk afkeuren, niet meteen proberen die praktijk te stoppen, maar minimaal zelfbeheersing ontwikkelen en idealiter een vermogen tot (zelf)reflectie dat hen in staat stelt om het perspectief van de ander in te nemen, de praktijk in een ander licht te zien en mogelijk zelfs de eigen opvattingen en preferenties bij te stellen.

Maar voorkomen is beter dan genezen, natuurlijk, dus de tweede manier waarop je tolerantie in de opvoeding kunt bevorderen is door ervoor te zorgen dat kinderen überhaupt geen ‘onverdraagzame’ opvattingen en preferenties ontwikkelen. Uiteindelijk hebben we immers liever verdraagzame mensen dan mensen met onverdraagzame opvattingen maar een grote mate van zelfbeheersing.