Meer zelfbescherming dan kinderbescherming

Meer zelfbescherming dan kinderbescherming

Productgroep Ouderschapskennis 2006-2
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Margaret Rustin (1994). Conceptual analysis of critical moments in Victoria Climbié’s life. Child & Family Social Work 10,1: 11-19.
Dit is een artikel om dankbaar voor te zijn. De auteur is het hoofd van de afdeling Child Psychotherapy van de Londense Tavistock Clinic en beschikt, met andere woorden, over niet-evidence-based inzicht in de menselijke psyche en in onze afweermechanismen. Met die kennis analyseert zij in het hieronder samengevatte artikel wat er omgaat in hulpverleners die worden geconfronteerd met kindermishandeling en die niets doen, en prikt zij de retoriek door van media, politici en directeuren wanneer onze jeugdzorg weer eens de kranten haalt. Welke psychologische processen spelen er achter elk ‘gezinsdrama’ — en hoeveel staan er ons nog te wachten?
Het artikel is een vervolg op, en verdieping van, de analyse door Andrew Cooper1 van een Brits regeringsrapport over de dood van het achtjarige Afrikaanse meisje, Victoria Climbié. Nadat Victoria tien maanden in Londen bij een oudtante had gewoond, stierf ze verhongerd en vervuild, en met 128 verwondingen. Cooper constateerde dat er op alle niveaus van de kinderbescherming, en ook in het rapport over deze zaak, twee werkelijkheden zijn te onderscheiden. Wat Cooper ‘het oppervlakteniveau’ noemt, is de werkelijkheid van wetgeving en regels, procedures en protocollen, rapporten en afspraken, die oorspronkelijk bedoeld zijn om hulpverlening te steunen en te faciliteren. De hulpverlening zelf is het zogenaamde ‘diepteniveau’: de minder zichtbare werkelijkheid van het werk van de kinderbeschermer. Spelen oppervlakteniveau en diepteniveau goed op elkaar in, dan worden kinderen inderdaad beschermd. Bij gezinsdrama’s, echter, hier en in Engeland, blijkt telkens dat die twee niveaus het contact met elkaar kwijt zijn geraakt. Wetgeving en regels faciliteren niet meer de ontmoeting van ouder en hulpverlener, op het diepteniveau, maar worden loze wetten omwille van de wet, en regels omwille van de regel. Ze worden netjes in acht genomen door werkers en leidinggevenden en directie, maar losgezongen van de werkelijkheid van hulpverlening. Op het diepteniveau vindt men dan wreedheid, stoornis, onverschilligheid en onmacht van ouders tegenover hulpverleners die niet zien wat zich voor hun ogen afspeelt en die niet horen wat men hun vertelt.