Preventie, signalering en opsporing van seksuele uitbuiting van jongeren kan effectiever via buren, klasgenoten en andere mensen uit hun sociale leefomgeving. Dit volgt uit onderzoek van universitair docent Ieke de Vries in samenwerking met het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel (CKM).
Minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting bevinden zich vaak in een blijvend onveilige of instabiele leefomgeving, vertelt Ieke de Vries naar aanleiding van het verschijnen van het rapport 'Contextuele kwetsbaarheid - Een onderzoek naar de rol van de sociale leefomgeving in de seksuele uitbuiting van minderjarigen'. Het onderzoek vond plaats op basis van een diepgaande analyse van anonieme chats tussen 240 vermoedelijke slachtoffers van seksuele uitbuiting en hulpverleners bij de Chat met Fier. Seksuele uitbuiting van minderjarigen is een vorm van mensenhandel. Hierbij worden minderjarigen uitgebuit in de seksindustrie door bijvoorbeeld familieleden, vrienden, buren of partners.
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het onderzoek doet de Vries de aanbeveling, om niet-gespecialiseerde personen zoals buren, klasgenoten of docenten, voor te lichten hoe zij seksuele uitbuiting kunnen signaleren én melden. Het onderzoek toont aan dat juist deze personen een halt kunnen toeroepen aan uitbuiting en een essentiële rol hebben in het voorkomen van sociale isolatie van de slachtoffers.
Een aanbeveling betreft ook het verder versterken van de opsporing en vervolging. Indien daders misbruik maken van een kwetsbare positie van een slachtoffer, dan kan dit meegewogen worden in de bewijslast en vormt het een strafverzwarende omstandigheid.
Opsporing breder richten op situatie jongeren
De Vries: ‘Echter, meer slachtoffers zijn er bij gebaat dat hierbij de huidige focus op individuele kwetsbaarheid wordt verbreed naar sociale kwetsbaarheid.’
Achtergrond hiervan is dat minderjarigen die te maken krijgen met seksuele uitbuiting, vaak ook leven in een structureel blijvend onveilige of instabiele thuissituatie. Deze kenmerkt zich door geweld, misbruik en verwaarlozing. Als deze jongeren weinig aansluiting hebben op school of andere contacten buiten de eigen familie, is het lastig voor hun om hier uit te stappen. Ook worden zij blootgesteld aan criminaliteit op school, in de buurt, in instellingen, of via online contacten. Deze factoren, tezamen, creëren een sociale kwetsbaarheid voor uitbuiting.
Verschil met huidige aanpak
In de huidige aanpak van seksuele uitbuiting wordt vooral gekeken naar een individuele kwetsbaarheid, zegt De Vries. Hierbij wordt de nadruk gelegd op kenmerken van individuele slachtoffers. Dat kunnen negatieve ervaringen zijn, onderliggende trauma’s uit vroegere jeugdjaren, licht verstandelijke beperkingen, weglopen van huis of uit instellingen of een drugsverslaving.
Hiaat in kennis gedicht
Het onderzoek is een toevoeging op bestaande kennis. De resultaten van het onderzoek laten zien dat seksuele uitbuiting van minderjarigen blijvend kan worden voorkomen door de sociale leefomgeving meer te betrekken bij de aanpak. Daarmee heeft dit onderzoek ook een hiaat in kennis gedicht voor de preventie, hulpverlening, en opsporing van seksuele uitbuiting van minderjarigen.
Het onderzoeksproject werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Leids Universitair Fonds / Gratama-Stichting en betreft een samenwerking met het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel.