Ouders aan het woord

Ouders aan het woord

2021
Gratis

Omschrijving

Een eerste verkenning naar de ervaring van ouders van seksueel uitgebuite kinderen in Nederland

Aangaande de rol en positie van ouders van wie de kinderen (vermoedelijk) seksueel worden uitgebuit, bestaat een kennislacune.

Hier liggen kansen en mogelijkheden om het beter te doen, vanuit de gedachte dat ouders een voornamere rol kunnen spelen in de strijd tegen mensenhandel dan dat nu het geval is. Daarnaast zijn er ook (grote) zorgen, omdat uit deze eerste verkenning - waar negen ouders hun verhaal wilden delen - blijkt dat met name de reguliere hulpverlening op veel vlakken niet of onvoldoende in staat is om te voldoen aan de specifieke ondersteuningsbehoeftes en zorgvragen van ouders. Het potentieel van ouders wordt onvoldoende benut en de rol die ouders spelen wordt nog onvoldoende gezien.

Om die reden heeft Fier in samenwerking met het CKM een eerste verkenning uitgevoerd, specifiek gericht op deze doelgroep. De vraag die centraal staat in deze verkenning is hoe de ouders van wie de kinderen (vermoedelijk) seksueel worden uitgebuit het proces hebben ervaren, en wat zij aangeven nodig te hebben (gehad) in het proces met het doel hun kind te beschermen. Het doel van deze verkenning is tweeledig. Het eerste doel is om meer zicht te krijgen op de impact van seksuele uitbuiting op de ouders van het slachtoffer. Het tweede doel is om inzicht te krijgen op de vraag of en waar er mogelijkheden liggen om de ouders beter te ondersteunen en te helpen als hun kind wordt of is uitgebuit.

Negen ouders zijn uitgebreid geïnterviewd. Hun verhalen en hun stem staan centraal in deze eerste verkenning. Het betreft niettemin een kleine respondentengroep en de resultaten zijn niet zonder meer te generaliseren naar alle ouders van wie de kinderen seksueel worden uitgebuit. In het licht van de beperkingen moeten de resultaten van deze eerste verkenning gelezen worden als startpunt om te bezien waar er kansen liggen voor verbetering. Bijvoorbeeld als het gaat om de vraag waar de hulpverlening en opsporing ouders beter kunnen betrekken bij de aanpak van mensenhandel en op welke wijze geïnvesteerd moet worden in de ondersteuning aan ouders. Oftewel: met deze verkenning wordt beoogd een eerste stap te zetten in de emancipatie van ouders in de strijd tegen mensenhandel. Want ook zij verdienen ondersteuning, begrip en bescherming. Dat komt niet alleen de ouders zelf en hun kinderen ten goede, maar de hele aanpak van mensenhandel.  

5.1 Resultaten

Deze eerste verkenning is gestoeld op een theoretisch model dat is ontwikkeld op basis van empirisch onderzoek uit Engeland; een model gestoeld op de ervaringen van ouders van seksueel uitgebuite kinderen. In Hoofdstuk 2 worden deze modellen beschreven.

Het betreffen de (i) Vicious circle of parental empowerment en de (ii) Virtuous circle of parental empowerment. Deze modellen vormen twee kanten van dezelfde medaille.

Het eerste model beschrijft een negatieve vicieuze cirkel. Deze schakel van gebeurtenissen wordt verondersteld zich voor te doen wanneer er (vermoedelijk) sprake is van seksuele uitbuiting. Het model is een tegenhanger van het tweede model, die een positieve vicieuze cirkel beschrijft, waarin ouders zich empowered en ondersteund voelen. Op basis van deze twee modellen zijn de interviews geanalyseerd.

Op basis van deze verkenning kan worden geconcludeerd dat de verhalen van de ouders grote gelijkenissen vertonen met de negatieve vicieuze cirkel, zoals opgetekend in Hoofdstuk 2. Uit Hoofdstuk 3 blijkt dat zich een negatieve spiraal van gebeurtenissen inzet vanaf het moment dat ouders een onderbuikgevoel hebben of signalen krijgen dat er vermoedelijk sprake is van seksuele uitbuiting. Ouders constateren meestal een gedragsverandering bij hun kind die ze niet kunnen verklaren, dit in combinatie met een onderbuikgevoel en de eerste signalen dat er ‘meer aan de hand is’. Dit leidt tot een fase waarin verwarring, onzekerheid en onbegrip de overhand hebben bij ouders (confusion). Omdat het voor ouders lastig is om adequaat te interveniëren wanneer zij niet volledig zicht hebben op de oorzaken van het gedrag van hun kind, neemt de kans toe dat ze de grip op de situatie en het contact met hun kind dat (vermoedelijk) wordt uitgebuit, kwijtraken. Om dat te voorkomen, komen ouders in deze fase in actie. Problematisch is echter dat de ouders onvoldoende zijn toegerust op de ontstane situatie, waardoor de meeste pogingen tevergeefs of zelfs averechts lijken te werken, zoals ouders zelf ook erkennen (disempowerment). Ouders beschrijven vervolgens het gevoel van machteloosheid, angst, wanhoop en frustratie dat hiermee gepaard gaat. Een groot deel van de ouders ziet hun kind verder afglijden. Dit ontwricht niet alleen de relatie tussen ouder-kind, maar heeft ook negatieve consequenties voor het welzijn van het gehele gezin (emotional turmoil).

In Hoofdstuk 4 is stilgestaan bij de vraag of en in hoeverre ouders zich gesteund voelden door de hulpverlening en opsporingsinstanties waar zij mee te maken kregen. Een eerste punt dat opvalt, is dat ouders vaak lang wachten voordat zij hulpverleners en opsporingsdiensten inschakelen voor hulp en bescherming. Een van de verklaringen hiervoor is dat ouders zichzelf verwijten maken, bang zijn voor de reacties, maar het ook simpelweg zelf willen oplossen of niet weten waar ze terechtkunnen.

Tegen deze achtergrond zoeken de meeste geïnterviewde ouders contact met de hulpverlening en in sommige gevallen ook met de opsporingsinstanties. Op basis van de interviews van de ouders kan worden geconcludeerd dat, hoewel een aantal ouders positieve ervaringen deelt, er ook veel zorgpunten naar voren komen. Hieruit blijkt dat de geïnterviewde ouders vinden dat de hulpverleners en opsporingsdiensten onvoldoende in staat zijn om de neerwaartse spiraal om te zetten naar een opwaartse spiraal. Professionals uit het zorg- en veiligheidsdomein lijken – vanuit het perspectief van de ouders – onvoldoende in staat om de ouders inzicht te geven in de situatie waarin hun kind zich begeeft en duidelijkheid te geven over seksuele uitbuiting (understanding). Daarnaast lijken de ouders onvoldoende te ervaren dat ze een handelingskader krijgen geboden om (weer) grip te krijgen op de situatie (empowerment).

Tot slot ervaren ouders onvoldoende ondersteuning (een luisterend oor of een bemoedigend gesprek) om hun draagkracht te vergroten, waaruit ze kracht halen om de vaak schrijnende situatie vol te houden (resilience).38 De ervaringen van ouders bieden daarnaast mogelijkheden en kansen om verbetering door te voeren. Ervaringen die in lijn zijn met wat geconstateerd is in de Engelse pilot die zich specifiek richtte op ouders. Alvorens toe te komen aan de voorgestelde verbeterpunten die hierop gebaseerd zijn, wordt afgesloten met een citaat van een ouder - van dezelfde ouder waar deze verkenning mee startte - die het belang aanstipt van goede ondersteuning van ouders: