Peiling Burgerschap einde basisonderwijs 2019-2020

Peiling Burgerschap einde basisonderwijs 2019-2020

2022 | Inspectie van het Onderwijs
Gratis

Omschrijving

De peiling Burgerschap einde basisonderwijs 2019-2020 laat zien dat, volgens de meerderheid van deelnemende schoolleiders en leerkrachten, het burgerschapsonderwijs nog verder ontwikkeld moet worden.

Burgerschapsvorming is belangrijk, voor individuele leerlingen en voor de samenleving als geheel. Scholen vinden dat ook en zien op het gebied van burgerschapsvorming dan ook een taak voor zichzelf. Mede door de aandacht voor burgerschapsvorming op school ontwikkelen leerlingen de competenties om te participeren in een diverse en democratische samenleving die voortdurend verandert. De school is bij uitstek de plaats waar jonge mensen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten, kennismaken met andere zienswijzen en waar kan worden geoefend met leren samenleven. Sociale en maatschappelijke vorming dragen bovendien bij aan een goed schoolklimaat en daarvan profteren de condities voor onderwijs en leren. 

Volgens de meerderheid van de schoolleiders en leerkrachten die deelnamen aan dit peilingsonderzoek, moet het burgerschapsonderwijs op hun school nog verder ontwikkeld worden. De overige resultaten van dit peilingsonderzoek bevestigen dat beeld. Zo zien we dat er in schooljaar 2019-2020, het jaar waarin het peilingsonderzoek plaatsvond, bij besturen en basisscholen nog niet veelvuldig sprake was van een vastgelegde burgerschapsvisie, een leerlijn voor burgerschap en concrete leerdoelen voor burgerschapsvorming. Dit zijn echter wel noodzakelijke voorwaarden om het burgerschapsonderwijs doelgericht en samenhangend vorm te kunnen geven. Ook zien we dat in de dagelijkse schoolpraktijk de focus in burgerschapsvorming vooral ligt op persoonsvorming en sociale omgang. Die aspecten zijn belangrijk, zeker in de huidige situatie waarin leerlingen al twee jaar beperkingen ondervinden in verband met coronagerelateerde maatregelen. Ze vormen echter slechts een deel van burgerschap. Maatschappelijke aspecten – eveneens een essentieel onderdeel van burgerschap – komen veel minder aan bod. Toch is het ook van het grootste belang dat leerlingen democratisch en maatschappelijk verantwoord leren handelen om ongewenste ontwikkelingen als verharding, polarisatie en onverdraagzaamheid in de samenleving te helpen voorkomen.

Per augustus 2021 is de wetelijke opdracht voor scholen om aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie verder aangescherpt. Het peilingsonderzoek schetst een beeld van de periode daarvoor. De resultaten sluiten nietemin nauw aan bij de bevindingen en herhaalde boodschap van de inspectie in de afgelopen jaren, dat verdere ontwikkeling van het burgerschapsonderwijs nodig is. Ook dit rapport laat dat zien. De nieuwe wetelijke opdracht, die na het peilingsonderzoek van kracht is geworden, kan richting geven aan deze verdere ontwikkeling.

Volgens een focusgroep van experts die refecteerde op de resultaten van het peilingsonderzoek, verduidelijkt de nieuwe wet de wetelijke verplichtingen, maar zal deze niet direct en vanzelfsprekend leiden tot een meer doelgericht en samenhangend aanbod voor burgerschap. Scholen en besturen moeten hiermee aan de slag; het daadwerkelijk realiseren vraagt inspanningen, expertise, materialen en ondersteuning. Om het burgerschapsonderwijs goed vorm te geven is er daarnaast een impuls nodig op de lerarenopleidingen en in de nascholing op het gebied van burgerschap. Leerkrachten kunnen zo beter worden toegerust voor het verzorgen van het burgerschapsonderwijs aan hun leerlingen, ook daar waar het gaat om de maatschappelijke aspecten van burgerschap. Om het onderwijs aan de leerlingen goed vorm te geven en de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs te kunnen volgen, is ook inzicht in de leerresultaten nodig. Daarvoor is het wenselijk dat duidelijker wordt naar welke doelen scholen toe dienen te werken én dat scholen kunnen beschikken over passende instrumenten om hun onderwijs te evalueren. 

Ook voor ons als Inspectie van het Onderwijs ligt er een taak, namelijk dat we goed duidelijk maken hoe we toezien op wat de wetgever van besturen en scholen verwacht op het gebied van burgerschapsvorming. Daarnaast dragen we door ons toezicht bij aan inzicht in de actuele situatie, spreken we besturen en scholen aan als niet aan wetelijke eisen wordt voldaan en stimuleren we de verdere ontwikkeling van het burgerschapsonderwijs. 

Alida Oppers Inspecteur-generaal van het Onderwijs Maart 2022