De criteria voor de keuze van een vorm van hulpverlening bij lichamelijke kindermishandeling. Resultaten van een dossieronderzoek

De criteria voor de keuze van een vorm van hulpverlening bij lichamelijke kindermishandeling. Resultaten van een dossieronderzoek

Productgroep Opvoedingshulp geboden
M.A.S. Roelofs | 1995 | 9066651466
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

In dit hoofdstuk wil ik enkele van de criteria voorleggen, zoals ze worden gehanteerd in de hulpverlening aan mishandelde kinderen en hun gezin. Mijn onderzoek heeft als onderwerp de hulpverlening en interventie in geval van lichamelijke kindermishandeling. Een van de vraagstellingen luidt: waarom kiezen hulpverleners voor een bepaalde vorm van hulp of interventie wanneer ze te maken hebben met een gezin waarbinnen een kind lichamelijk wordt mishandeld, met andere woorden wat zijn de criteria die men aanlegt voor de keuze van een bepaalde strategie? Nu is mijn onderzoeksgroep een nogal specifieke groep. De gezinnen waarop mijn onderzoek betrekking heeft zijn te vinden in de dossiers van een van de Bureaus Vertrouwensarts (1) die betrekking hebben op lichamelijk mishandelde kinderen. Deze dossiers werden afgesloten in de jaren 1989 en de eerste helft van 1990. Ze hebben betrekking op 116 lichamelijk mishandelde kinderen, 60 jongens en 56 meisjes, met een gemiddelde leeftijd van 8 jaar en zes maanden. De meerderheid van de kinderen, 72 kinderen, woonde bij de twee eigen ouders, 20 kinderen maakten deel uit van een stiefgezin en 24 kinderen behoorden tot een éénoudergezin. Ruim de helft van de kinderen, 63, had een Nederlandse achtergrond, van de overige kinderen was de meerderheid, 22 kinderen, Marokkaans.