De vraaggestuurdheid van het aanbod van jeugdzorg op grond van de Wet op de jeugdzorg

De vraaggestuurdheid van het aanbod van jeugdzorg op grond van de Wet op de jeugdzorg

Productgroep Rechten van het kind in (inter)nationaal perspectief
Alice van Unen | 2005 | 9789066656888
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Op 1 januari 2005 treedt de nieuwe Wet op de jeugdzorg in werking. De redenen voor invoering van deze wet waren onder andere een eenduidige financiering en wettelijke verankering van ontwikkelingen in de praktijk (bijvoorbeeld ten aanzien van de toegang tot de jeugdzorg via het Bureau Jeugdzorg). Echter de vraag is of de Wet op de jeugdzorg ook leidt tot een meer vraaggestuurd aanbod van jeugdzorg. Zo bevat de wet voor het eerst een recht op jeugdzorg. Op zich heeft de invoering van een dergelijk recht geen effect op de vraaggestuurdheid van het aanbod. Echter, de gevolgen van het tot gelding kunnen brengen van dit recht wel. De provincies zullen in de toekomst namelijk niet alleen moeten zorgen voor voldoende aanbod, maar ook voor aanbod op maat, opdat alle verschillende aanspraken op jeugdzorg ook daadwerkelijk tot gelding gebracht kunnen worden door cliënten. Aan de hand van de regels die de wet stelt voor de verschillende onderdelen van de jeugdzorg, zoals het Bureau Jeugdzorg, de zorgaanbieders, de planningstaken van de provincies, en de regels ten aanzien van de financiering, kan geconcludeerd worden of, en in welke mate de wet de vraaggestuurdheid van het aanbod bevordert. In deze bijdrage worden de verschillende bepalingen van de wet beschouwd. Hieruit blijkt dat de wet enerzijds bepalingen bevat die de vraaggestuurdheid bevorderen, maar anderzijds ook bepalingen bevat die juist de aanbodgerichtheid bevorderen. In de conclusie wordt de balans opgemaakt.