Gedragsproblemen bij jonge kinderen met een auditieve beperking

Gedragsproblemen bij jonge kinderen met een auditieve beperking

Productgroep Gedragsproblemen bij jonge gehandicapte kinderen (NVO-reeks)
E. Rasing | 1998 | 9066652241
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Dit hoofdstuk heeft betrekking op kinderen met een auditieve beperking in de leeftijd van 0 tot 5 jaar en met name op kinderen die doof zijn. Ofschoon het definiëren van een auditieve beperking niet eenvoudig is, kunnen hierin twee benaderingen worden onderscheiden: de audiologische en de functionele. In de audiologische benadering wordt een auditieve beperking gedefinieerd naar de mate van gehoorbeperking, uitgedrukt in decibels. Wanneer het gehoorverlies aan het beste oor groter dan 80 dB in het spraakgebied is, spreekt men van doofheid. In de functionele benadering wordt een auditieve beperking gedefinieerd vanuit de direkte functionele gevolgen voor de persoon in kwestie. Onder doofheid wordt in dat geval verstaan: iemand die (ook) met een gehoorapparaat geen harde geluiden kan horen of die niet kan horen wat er in een gesprek met één persoon wordt gezegd. Het meest in het oog springende functionele gevolg is de onmogelijkheid om gesproken taal als eerste taal te verwerven.