H12. Internationale verplichtingen ter bescherming van kinderen tegen kindermishandeling

H12. Internationale verplichtingen ter bescherming van kinderen tegen kindermishandeling

Productgroep Kindermishandeling : De Politiek Een Zorg
Mariëlle Bruning | 2005 | 9789066655539
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Kinderen hebben recht op bescherming tegen kindermishandeling. Dit blijkt ook uit internationale verdragen die voor Nederland gelden. Zowel krachtens het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind (VRK) als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) worden de Nederlandse overheid verplichtingen opgelegd vanuit het oogpunt van het recht op bescherming van kinderen tegen geweld in het gezin. Zo geeft het VRK lidstaten de verplichting zorg te dragen voor de preventie en aanpak van alle vormen van kindermishandeling binnen en buiten gezinsverband (art. 19). De bepalingen uit het VRK kunnen in de Nederlandse rechtspraak invloed hebben. Het VN-Comité voor de Rechten van het Kind (verder: het Comité), het toezichthoudend orgaan op de naleving van het VRK, geeft nadere invulling aan de rechten van kinderen die in het VRK zijn opgenomen door middel van het uitbrengen van aanbevelingen naar aanleiding van landenrapportages en door het opstellen van ‘General Comments’. Het EVRM is in de Nederlandse rechtspraak (tot op heden) van veel grotere betekenis omdat alle bepalingen ‘rechtstreekse werking’ hebben. De Nederlandse wetgeving moet dan ook voldoen aan de bepalingen uit het EVRM. Elke burger kan in een procedure in Nederland een beroep doen op EVRM-bepalingen, rechters passen deze bepalingen ook zelf toe en de Nederlandse overheid kan worden ‘aangeklaagd’ en kan een schadevergoeding opgelegd krijgen als de bepalingen niet (voldoende) worden nageleefd.