H3. Conclusies en aanbevelingen

H3. Conclusies en aanbevelingen

Productgroep Gehechtheidsstrategieën van zeer problematische jongeren
2006 | 9789066657175
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Welke algemene conclusies kunnen worden getrokken ten aanzien van gehechtheid bij jongeren in een justitiële behandelinrichting? Welke aanbevelingen kunnen worden gedaan voor behandeling, beleid en onderzoek, gebaseerd op de onderzoeksresultaten en op de achterliggende wetenschappelijke kennis?
Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is de grote variatie tussen de jongeren onderling wat betreft hun gehechtheidsrepresentaties. Er was inderdaad voornamelijk onveiligheid, zoals te verwachten was. Maar de variatie in veiligheid-onveiligheid en gereserveerdheid-preoccupatie was groot, en liet betekenisvolle voorspellingen toe van het functioneren van de jongeren binnen de inrichting. Welke implicaties zouden deze bevindingen kunnen hebben voor het behandelbeleid? Sommige auteurs pleiten er immers voor dat jongeren die
geplaatst worden in een tehuis, worden voorzien van een stabiele, responsieve hulpverlener die ter compensatie van de scheiding van de huidige gehechtheidsfiguren kan dienen als veilige basis, en mogelijk als gehechtheidsfiguur (Adshead, 1998; Campling, 1996; Fritsch & Goodrich, 1990; Halverson, 1995; Junger-Tas, 1983; Leaf, 1995; Maier, 1994; Moore, Morretti & Holland, 1998). Residentiële behandelinrichtingen zijn echter niet ingesteld op dergelijke relaties (Moses, 2000; Small, Kennedy & Bender, 1991), en bovendien kunnen de (zeer) onveilige gehechtheidsrelaties tussen jongeren en groepsleiders leiden tot een zware belasting van groepsleiders (Adshead, 2001; Schuengel & Van IJzendoorn, 2001). De vraag is of we bij elke tehuisopname moeten en kunnen voorzien in een stabiele en responsieve gehechtheidsfiguur.