H4. Ouders en hun begeleiders – wie is verantwoordelijk voor het kind?

H4. Ouders en hun begeleiders – wie is verantwoordelijk voor het kind?

Productgroep Van je familie moet je het hebben
Alice van der Pas | 2004 | 9789066656154
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

De ondertitel van de bijdrage van Burford luidt: ‘Wat helpt wanneer?’. Daarmee maant hij ons om niet meteen ‘hoera!’ te roepen bij kennismaking met EKC’s en ook niet ‘boe!’ In de ruimte tussen ‘hoera’ en ‘boe’ dienen we ons steeds weer af te vragen: wat werkt wanneer, met wie – en wanneer en voor wie misschien níet?
Echt nieuw is het onderwerp niet, want interventies door familie bij een gezin in nood bestaan even lang als er ouders zijn en een of ander familieberaad heeft daar waarschijnlijk altijd wel bij gehoord. Dat professionele kinderbeschermers ouders begeleiden is van recentere datum. Precies even oud als het instituut kinderbescherming is de vraag ‘wie is verantwoordelijk  voor het kind?’ In mijn bijdrage ga ik vanuit die vraag eerst in op de relatie tussen beroepskracht en familie en daarna op de relatie tussen beroepskracht en ouder. Familie als beschermjas: de relatie beroepskracht-familie De titel van dit symposium – ‘Van je familie moet je het hebben’ – verwijst natuurlijk ook naar het schampere ‘Ja, ja, van je familie moet je het maar hebben!’ van iemand die diep teleurgesteld is in familie. Maar toch: in nood ontvang je liever hulp van mensen die je eigen zijn dan van vreemden. Dit niet alleen omdat je de vuile was graag binnen houdt, maar ook omdat hulp door familie niet zo in he rent diskwa lificerend is. Hulp door familie is meer een zaak van ‘vandaag help jij mij, en morgen help ik jou, en op zijn tijd hebben we allemaal elkaar nodig’.