H5. Delen van verantwoordelijkheid

H5. Delen van verantwoordelijkheid

Productgroep Van je familie moet je het hebben
Joop Buinink | 2004 | 9789066656154
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

De wijziging van de wetgeving omtrent de ondertoezichtstelling in 1995 betekent een verschuiving van verantwoordelijkheden van de kinderrechter naar de instellingen voor gezinsvoogdij. Een gevolg van deze wijziging is dat de laatste jaren veel aandacht is uitgegaan naar formele en organisatorische aspecten van ondertoezichtstelling. Een grotere nadruk dan voorheen op algemene beginselen van behoorlijk bestuur en rechtsgelijkheid versterkt in die periode het streven naar uniformiteit in de uitvoering van de maatregel. Een neveneffect van deze ontwikkeling is geweest dat deze nieuwe kaders de gezinsvoogden dwongen hun professionele identiteit te herdefiniëren en hun ruimte voor zelfstandige beslissingen opnieuw in te richten. In eerste instantie gaat het dan vooral om de positie van de gezinsvoogd.
Zwaarwegende aandachtspunten zijn daarbij: de visie van de gezinsvoogd op de kern van de problematiek van de cliënt; de door hem daaruit afgeleide noodzakelijke begrenzingen/beveiliging binnen de opvoedingssituatie; een sterke presentatie van de van de kinderrechter overgenomen verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de maatregel. Minder aandacht gaat aanvankelijk uit naar de consequenties voor het hulpverleningsproces. Met de nota ‘Leiding geven aan verandering’ (Vedivo, 2000; zie ook Hermanns, 2001) en het beschrijven van voor voogdij en gezinsvoogdij relevante methodieken (Van Hout & Spinder, 2001) heeft Vedivo, de toenmalige koepelorganisatie van de instellingen voor gezinsvoogdij, een nieuwe impuls willen geven aan de missie, de methodiek en de werkwijze van de gezinsvoogdij.