H6. Over goede opvoeding, ouders en de overheid

H6. Over goede opvoeding, ouders en de overheid

Productgroep Kindermishandeling : De Politiek Een Zorg
Doret de Ruyter | 2005 | 9789066655539
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Het lijkt welhaast vanzelfsprekend om te veronderstellen dat volwassenen wensen dat kinderen een goed leven zullen hebben als zij zelf volwassen zijn. Dit geldt niet alleen voor ouders, die gewoonlijk veel overhebben voor het floreren van hun kinderen, maar ook voor de overheid. De overheid investeert veel in jonge generaties, zowel omdat zij daarmee hoopt te bereiken dat kinderen als volwassenen later een goede bijdrage zullen leveren aan het floreren van de samenleving, alsook omdat zij waarde hecht aan het goede leven voor kinderen zelf. In deze bijdrage wil ik inzichtelijk maken op welke manier de overheid zich zou moeten bemoeien met opvoeding die ertoe kan bijdragen dat kinderen een goed leven zullen leiden. Deze opvoeding noem ik goede opvoeding. Om de normatieve vraag naar de wenselijkheid van overheidsbemoeienis te kunnen beantwoorden, moet eerst helder zijn wat we onder goede opvoeding verstaan. Zo zeggen we van kinderen die iemand bedanken voor iets dat ze krijgen of opstaan voor een oudere vrouw in de bus, dat zij goed zijn opgevoed. We drukken daarmee uit dat deze kinderen hebben geleerd om zich op een gepaste manier te gedragen en gepaste emoties te hebben. Dergelijke manieren worden op prijs gesteld, wat onder meer blijkt uit de uitdrukkelijke pogingen van ouders om hun kinderen te leren de bakker of slager te bedanken voor de krentenbol of het stukje worst dat zij hebben ontvangen door te vragen: ‘En wat zeg je dan?’ Deze goede manieren behoren tot de sociale regels die het leven tussen mensen aangenaam maken.