Het recht op  onderwijs in het VN-verdrag  handicap

Het recht op onderwijs in het VN-verdrag handicap

Gratis

Omschrijving

Met het oog op signalen, vragen en ontwikkelingen over het recht op onderwijs van mensen met een beperking, met inbegrip van kinderen met een beperking, brengt het College voor de Rechten van de Mens een verdiepend advies uit. Bij de voorbereiding van het advies heeft het College gesproken met onder meer mensen met verschillende beperkingen via hun organisaties, vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen en gemeenten en met rijksambtenaren, wetenschappers en experts. Het advies gaat in op de juridische  betekenis(bandbreedte) van het recht op onderwijs in het VN￾verdrag handicap en plaatst dit recht in perspectief ten opzichte van de Grondwet en andere mensenrechten￾verdragen. Het advies sluit af met een bespreking van een aantal actuele knelpunten binnen het huidige onderwijssysteem in het licht van dit juridische kader. 
Daarbij formuleert het College handvatten om de verwezenlijking van het recht op onderwijs voor mensen met een beperking volgens het VN-verdrag handicap te bevorderen.
Het recht op onderwijs in het VN-verdrag handicap staat niet op zichzelf, maar hangt samen met het doel en de grondbeginselen van het verdrag. In de kern gaat het recht op onderwijs in het verdrag uit van de persoon met een beperking, in al zijn waardigheid en potentie. 
Iedereen moet zich kunnen ontwikkelen en ontplooien binnen zijn of haar eigen mogelijkheden. Om dat te realiseren moeten verdragsstaten passende maatregelen nemen, zowel op systeemniveau als op het individuele niveau. In het bijzonder moeten verdragsstaten zonder discriminatie en op basis van gelijke kansen een inclusief onderwijssysteem waarborgen en voorzieningen treffen voor een leven lang leren. In relatie tot de Grondwet constateert het College dat de waarborgen rond onderwijs op het eerste gezicht vooral verschillen met het VN￾verdrag handicap en andere verdragen. De focus ligt in de Grondwet in mindere mate op de individuele rechten en aanspraken en in ieder geval niet op het mogen volgen
van onderwijs en toegang tot onderwijs. Waar onduide￾lijkheid of spanning op kan treden tussen het bepaalde in artikel 23 Grondwet en relevante verdragsartikelen, kan een verdragsconforme uitleg uitkomst bieden. 
Internationale organen zoeken bij de uitleg van het rechtop onderwijs in  verschillende verdragen in toenemende mate aansluiting bij het recht op onderwijs zoals neergelegd in het VN-verdrag handicap.

 

Dit advies bevat in het licht van het juridisch kader een aantal handvatten voor de centrale overheid, decentrale overheden en onderwijsinstellingen om de verwezenlijking van het recht op onderwijs in lijn met het VN-verdrag handicap verder te verwezenlijken. Daarnaast doet het College overkoepelende aanbevelingen aan de regering. 
Het eerste advies is om de leerling of student en zijn of haar mogelijkheden om zich te ontwikkelen en ontplooien tot uitgangspunt te nemen en beleid daarop af te stemmen. Het tweede advies is om bij de totstandkoming van wetgeving en beleid op terreinen die relevantzijn voor het recht op onderwijs een zichtbare beoordeling in het licht van het recht op onderwijs volgens het VN-verdrag handicap uit te voeren. Een dergelijke beoordeling biedt inzicht in de wijze waarop het recht op onderwijs voor mensen met een beperking in Nederland wordt gerealiseerd en hoe het betreffende voorstel daaraan bijdraagt. Het derde advies is om bij het ontwikkelen van wetgeving en beleid op het gebied van onderwijs een 
overkoepelend beleidskader te ontwikkelen met daarin een visie op (en een bijbehorend stappenplan met betrekking tot) het recht op onderwijs volgens het VN-verdrag handicap.