De zucht naar sensatie en ontkenning van feiten staat een humane, pedagogische benadering van jeugdige delinquenten in de weg, zo stelt Ido Weijers in zijn nieuwe boek Criminele jeugd. In tegenstelling tot wat de media graag suggereren is er namelijk geen toename van jeugdcriminaliteit en is er evenmin sprake van criminaliteit op steeds jongere leeftijd. De cijfers van het WODC (Wetenschappelij k Onderzoek- en Datacentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid) tonen aan dat de jeugdcriminaliteit in de loop van deze eeuw ruimschoots is gehalveerd ten opzichte van de vorige eeuw en dat in de leeftijdsgroep van 12-minners sprake is van een afname van 1400 verdenkingen in 2010 naar 400 in 2022. Ook voor de permanent gesuggereerde ‘verharding’ van de jeugdcriminaliteit is geen enkele aanwijzing.
De consequente pedagogische invalshoek van Weijers werkt door in zijn kritiek op allerlei benaderingen van jeugdige delinquenten en ook in zijn adviezen. Jeugdcriminologie is hierbij een toepassingsgebied van de pedagogiek. Enkele voorbeelden.
De voormalige VVD-minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker was voorstander van het bestraffen van ouders van jonge delinquenten. Maar dat heeft een averechts gevolg: de meeste jeugdigen die betrokken zijn bij crimineel gedrag komen uit sociaal zwakkere wijken. Het opzadelen van juist hun ouders met boetes en schadevergoedingen zet de betreffende gezinnen nog meer onder druk en kan bezwaarlijk pedagogisch effectief geacht worden.
De uit de koker van een andere voormalige VVD-minister, Yesilgöz, voortkomende nieuwe Wet seksuele misdrijven voorziet erin dat bij wederzijdse toestemming seks tussen kinderen tot 16 jaar niet strafbaar is, maar dat seks tussen een persoon onder de 16 en een boven de 16 daarentegen gezien wordt als verkrachting of aanranding. Daarbij worden vragen naar de omvang van het leeftijdsverschil en wederzijdse instemming niet gesteld. Dit is een moeilijk te aanvaarden juridische inperking van vrijwillige seksuele handelingen van jongeren.