Koops over onderzoek

Koops over onderzoek

Productgroep PIP 140
Willem Koops | 2025
Gratis

Omschrijving

Internationaal vind je nagenoeg geen tijdschriften voor wat wij in Nederland pedagogiek noemen, behalve in Duitsland en Frankrijk. Met name in de VS vind je pedagogiek in de ontwikkelingspsychologische tijdschriften en in tijdschriften voor ‘education’, oftewel onderwijs. Ik onderzocht de proliferatie van de ontwikkelingspsychologie via de ontwikkelingsgang van tijdschriftuitgaven en vond dat de oudste Engelstalige tijdschriften algemene tijdschriften waren, die de gehele ontwikkelingspsychologie omvatten. Daarna kwam er een aparte categorie voor klinische ontwikkelingspsychologie, nog later verschillende tijdschriften voor de te onderscheiden ontwikkelingsfasen (infancy, childhood, puberty, adolescence, adulthood, old age), daarna tijdschriften over verschillende aspecten van de ontwikkeling (cognitieve, sociale, motorische en seksuele ontwikkeling), en ten slotte tijdschriften over speciale onderwerpen (hechting, pesten, identiteitsontwikkeling en dergelijke). In totaal zitten we dan op ongeveer veertig Engelstalige, internationaal uitgegeven en gewaardeerde tijdschriften. Als dan vervolgens ook nog de tijdschriften geteld worden in andere dan de Engelse taal, dan vinden we wereldwijd nog eens ongeveer 150 tijdschriften. 
Voegen we daar dan ook nog tijdschriften uit aangrenzende vakgebieden aan toe (kinderpsychiatrie, opvoeding en onderwijs, geschiedenis van de kindertijd, pediatrie, sociologie van de kindertijd, antropologisch onderzoek van kinderen en adolescenten, kinderrechten), dan moeten we die laatste 150 nog eens met een royale factor 5 vermenigvuldigen. Dus er zijn minstens 800 serieuze wetenschappelijke tijdschriften die relevant zijn voor ontwikkelingspsychologen en pedagogen. 
Het is duidelijk dat geen enkele geleerde in staat is al lezend de ontwikkeling in het vakgebied te overzien. Toen ik jong was en nog studeerde had ik al de wens later zo oud te zijn dat ik alles gelezen had en nooit meer bang hoefde te zijn onvoldoende overzicht te hebben. Nu ik oud ben, weet ik dat er elke dag meer gepubliceerd wordt dan ik ooit nog zal kunnen lezen. 
Gelukkig is er enige hoop. In de eerste plaats is er nu ter bestrijding van de zogenaamde replicatiecrisis een enorme drang tot ‘open science’. En ‘open science’, die leidt tot publieke controleerbaarheid van datasets en de statistische analyses ervan, leidt hopelijk tot reductie van niet-repliceerbare gegevens. In de tweede plaats hebben we nu statistische technieken die ons in staat stellen conclusies te trekken uit verzamelingen van in de literatuur te vinden data over hetzelfde onderwerp: meta-analyses. Dat zijn krachtige technieken die verspreide gegevens samenvoegen.