Kunstmatige intelligentie in het onderwijs

Kunstmatige intelligentie in het onderwijs

Productgroep PIP 142
3,95
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Kunstmatige intelligentie is overal, ook in het onderwijs, en is in korte tijd explosief gegroeid. Ook het aantal publicaties erover is explosief gegroeid. Iedereen lijkt iets te willen zeggen over wat er gaande is. Daarbij staat vooral kunstmatige intelligentie zelf centraal. In deze bij drage kijkt Gert Biesta naar de andere kant. Hij verkent welke pedagogische vragen er spelen en hoe we daar in het onderwijs zinvol aandacht aan kunnen besteden.

Een van de grootste problemen die ik als pedagoog zie met kunstmatige intelligentie is dat het zo verleidelijk is. Het biedt ‘ongekende mogelijkheden’, zoals het heet. En precies daarom is het zo gemakkelijk om ervoor te vallen en jezelf erin te verliezen. Daarmee zitten we direct midden in een belangrijke pedagogische thematiek. Het kernwoord hier is volwassenheid: volwassen kunnen zijn en willen zijn. Als opvoeders zijn we uiteraard gericht op kinderen. Maar wat we vooral doen is kinderen toerusten en ondersteuning bieden om op volwassen wijze in het leven te kunnen staan. Pedagogisch handelen is er, anders gezegd, op gericht ieder kind een eerlijke kans op diens eigen volwassen zelfstandigheid te geven (Biesta, 2022). En dan gaat het letterlijk om staande te kunnen blijven in een wereld vol afleiding en verleiding.

Intelligentie?
Door een beetje te spelen met de A van de Engelse afkorting AI komt daar nog iets meer van in beeld. De A van AI staat uiteraard voor ‘artificial’ – het is kunstmatige intelligentie. Maar de A is ook de A van ‘average.’ AI als gemiddelde intelligentie. Hoezo? Generatieve taalmodellen produceren tekst door te kijken welk woord het meest waarschijnlijke volgende woord in een zin is. Maar of het ook het meest interessante, verassende of betekenisvolle volgende woord is, daar heeft het model geen weet van. De A is ook van ‘adaptive’: AI is aanpassingstechnologie. Een goed voorbeeld is de robotstofzuiger. Die is geprogrammeerd om stof op te zuigen, en zit vol met sensoren om niet tegen meubels aan te botsen. Zulke stofzuigers leren zich daarmee heel snel aan te passen aan de kamer die gezogen moet worden – alleen met huisdieren en kruipende baby’s hebben ze moeite. Maar waar dit soort intelligente machines niet toe in staat is, is oordelen en nee-zeggen. Ze zullen iedere kamer braaf schoonzuigen, of het nu het kantoor van Poetin is of dat van Zelensky. En KI is op dezelfde manier braaf. Het doet wat je vraagt, als de wonderlamp van Aladin.