Opvoeding tot autonoom burgerschap

Opvoeding tot autonoom burgerschap

Productgroep Opvoeding, Onderwijs & Overheid
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

In het politieke liberalisme van Rawls wordt persoonlijke autonomie niet langer als doel beschouwd van burgerschapsvorming. Toch pleiten drie toonaangevende filosofen in confrontatie met Rawls voor persoonlijke autonomie als doel van burgerschapsvorming.
Gutmann ziet de ontwikkeling van het vermogen tot kritische deliberatie als belangrijkste doel van staatsburgerlijke opvoeding in een democratische maatschappij. Burgers moeten volgens haar in staat zijn concepties van het goede leven (inclusief die van henzelf) en de goede samenleving kritisch te bezien en te evalueren. Callan neemt uitdrukkelijk het politieke liberalisme van Rawls tot uitgangspunt. Hij meent dat een juist begrip van Rawls’ persoonsconcept autonomie veronderstelt. De autonomie die noodzakelijk is voor goed burgerschap in een liberale democratie kan echter niet worden beperkt tot het politieke domein, zoals Rawls voorstelt, maar is volgens Callan ook buiten de politieke sfeer van grote invloed op ons leven. Strike waarschuwt tegen een agressieve politieke socialisatie tot autonoom burgerschap en legt de nadruk op het belang van en de rol die verschillende morele tradities spelen bij de opvoeding tot liberaal burgerschap. Toch veronderstelt ook zijn benadering persoonlijke autonomie als een belangrijke waarde. In deze bijdrage onderzoek ik de argumenten die genoemde auteurs aanvoeren en geef ik aan in welke opzichten de argumenten van elkaar verschillen.
Allereerst sta ik kort stil bij de stap van Rawls van het omvattende naar het politieke liberalisme.