Ouderschapskennis 2003-1

Ouderschapskennis 2003-1

2003

Omschrijving

Dat kan wel zo zijn, maar...

Dat kan wel zo zijn, maar...

.. .een goede samenwerking tussen alle betrokkenen tijdens een pleegzorgplaatsing is een beschermende factor. Dat weegt op tegen de mogelijk negatieve invloed op de ontwikkeling van een kind van de onduidelijkheid over de termijn of van het ontbreken van het juridisch kader. Door nadruk te leggen op termijn en juridisch kader ontstaat het risico van polarisatie, waardoor de samenwerking met de ouders onnodig onder druk komt.

Acceptatie van de plaatsing door ouders wordt vaak genoemd als het allerbelangrijkste bij een pleeg-zorgplaatsing. Dan is de kans op conflicten het kleinst, de bereidheid tot samenwerken en het vertrouwen in pleegouders het grootst en verlopen de bezoekcontacten tussen ouders en kind probleemloos. Zo lijkt het alsof acceptatie door ouders iets is wat van het begin af aan aanwezig moet zijn. Acceptatie is echter iets dat pas kan ontstaan in een proces van samenwerking gedurende de plaatsing. Daarvoor moet een hoop werk verzet worden door iedereen in de pleegzorgtriade.


Ouders

Ouders worden bij een pleegzorgplaatsing gesteld voor een aantal taken waarvan we niet mogen verwachten dat ze die vanzelf goed uitvoeren. Daarbij moeten ze geholpen worden. Het zijn: Rouwverwerking
Een uithuisplaatsing is zowel voor ouders als kind een zeer stressvolle gebeurtenis. Net als hun kind komen ouders in een rouwproces. Dit gaat vaak gepaard met heftige gevoelens van ontkenning, schuld, verdriet en boosheid.
Meer info
3,90
Eigen ouders blijven meetellen

Eigen ouders blijven meetellen

Mijn twee kinderen, Martijn en Jasper, zijn in 1990, toen ze 3,5 en 0,5 jaar waren, in een gezin geplaatst. Mijn relatie was verbroken, ik moest weer werken en had net als mijn vriendin een drugsleven achter de rug. Zelf heb ik een goede opvoeding gehad. Ik wilde dat mijn kinderen die ook kregen. Ze werden in een gezin geplaatst waar een eigen kind geestelijk gehandicapt was. Ik had daar geen bezwaar tegen. De eerste jaren ging het redelijk met mijn kinderen.
Meer info
3,90
Gebrek aan nuance leidt tot polarisatie

Gebrek aan nuance leidt tot polarisatie

Mevrouw Weterings heeft naam en faam verworven als ‘de moeder van de Nederlandse pleeg-zorg’. Haar visie, zoals weergegeven in haar pedagogisch model en in de notitie ‘Pedagogische Criteria Jeugdbescherming’ (1999), heeft tot op de dag van vandaag grote invloed op het denken en de besluitvorming binnen onze jeugdbescherming, en in menige rechtszaal werd de terugkeer van een pleegkind naar de biologische ouder(s) verhinderd door een succesvolle verwijzing naar de uitleg die Weterings geeft van het hechtingsconcept. Ik deel overigens haar opvatting dat het de huidige (gezins)voogdij-instellingen ontbreekt aan een consistente visie op de perspectiefbepaling van het kind in een pleeggezin, en dat dit al te vaak leidt tot een onverantwoord lang uitstellen van het antwoord op de perspectiefvraag. Ook wordt de besluitvorming over de positie van de ouder bij een langdurige pleeggezinplaatsing sterker dan voorheen bepaald door de persoonlijke voorkeur van een gezinsvoogd of voogd. Voorkeur wordt willekeur wanneer ouders in het kader van een OTS- of voogdijmaatregel te maken krijgen met vijf of meer achtereenvolgende (gezins)voogdijwerkers.
Meer info
3,90
Gescheiden en toch verbonden, een voorbeeld uit de praktijk

Gescheiden en toch verbonden, een voorbeeld uit de praktijk

Ayaan (11) en Mohamed (9) staan al drie jaar onder toezicht als de situatie thuis ernstig escaleert. Dat heeft alles te maken met de oudste dochter (17) uit vaders eerste huwelijk die is weggelopen van huis en de ouders verwijt dat ze haar niet hebben beschermd tegen het seksueel misbruik door de, inmiddels uitwonende, oudste zoon uit het eerste huwelijk van moeder. Dit was de aanleiding voor de OTS.
Het gezin komt uit Soedan. Beide ouders zijn zwaar getraumatiseerd door de burgeroorlog aldaar. Zij hebben hun eerste partners verloren in die oorlog, moesten zien te overleven in vluchtelingenkampen, en hebben zichzelf het brood uit de mond gespaard om de kinderen in leven te houden.
Ze voelen zich tekortschieten en gebruiken hun laatste krachten om het gezin draaiende te houden. Ze werken nu beiden hele dagen om de kinderen alles te geven wat ze nodig hebben, maar er is weinig warmte en aandacht meer voor elkaar. Na het weglopen van de oudste dochter gaat het snel bergafwaarts. Vader drinkt en is steeds vaker agressief, moeder heeft niet meer de fut om haar oudste zoon te corrigeren die tegen de afspraken in weer om het huis heen hangt (en mogelijk Ayaan nu misbruikt).
Meer info
3,90
Het recht op een ongestoord gezinsleven

Het recht op een ongestoord gezinsleven

In het artikel van Weterings worden de diverse problemen omtrent pleeggezinplaatsingen van jonge kinderen duidelijk zichtbaar gemaakt. Ze pleit voor een beleid dat uitgaat van het belang van het kind, waarbij de gehechtheidsrelatie van het kind een belangrijke rol speelt. Hiertoe presenteert zij een pedagogisch model voor een begeleidingstraject bij bedreiging van het belang van het kind.
Weterings benadrukt het recht van kinderen op continuïteit in hun opvoedingssituatie, een recht dat ook is opgenomen in het VN-verdrag voor de Rechten van het Kind. Zij zegt hierbij niet dat dit verdrag ook uitdrukkelijk de rechten en plichten van ouders noemt. De overheid is bijvoorbeeld verplicht om de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van ouders te eerbiedigen (Artikel 5) en kinderen mogen in principe niet van ouders worden gescheiden tegen hun wil (Artikel 9), mits aan bepaalde vereisten is voldaan. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens garandeert in artikel 8 eveneens het recht op respect voor familie- en gezinsleven.
Meer info
3,90
In gesprek met een onderzoeker

In gesprek met een onderzoeker

Alice van der Pas MSW, hoofdredacteur; zo staat het sinds ruim 5 jaar in het colofon van dit tijdschrift. Dit jaar hoopt zij te promoveren op theoretisch onderzoek naar ouderschap. Het gedachtegoed van Van der Pas is in grote lijnen bij de lezers van dit tijdschrift bekend. Toch stellen we in dit interview haar ideeën en haar persoon - als hoofdredacteur én onderzoeker - kort voor.

In 1988 hield ze een lezing die nu gezien kan worden als officiële start van haar denken en schrijven over ouderschap. Ze had weliswaar toen al30 jaar het vak ‘ouderbegeleider’ beoefend, maar ze constateerde in haar lezing dat het vak niet bestond, want het had geen theoretisch fundament, geen eigen vakkennis, geen handboek, geen tijdschrift, geen eigen opleiding

Vijftien jaar later liggen er zeven van de tien delen van het Handboek Methodische Ouderbegeleiding. Ze richtte ook dit tijdschrifi op en was gedurende de eerste vijf jaargangen hoofdredacteur. Directe aanleiding om haar in deze rubriek te interviewen is haar binnenkort te verschijnen proefschrift1, het theoretisch fundament van haar denken. Daarin stelt ze dat ouderschap zo goed als volledig verwaarloosd is in de psychologie. Als men er iets over zegt, is het uitsluitend vanuit het perspectief van het kind. Of zoals Van der Pas betoogt, de hulpverlener ofonderzoeker wil bepaald gedrag bij een kind zien en ziet de ouder als degene die dat gedrag kan bewerkstelligen — of daarin faalt. De ouder als eigen persoon en de manier waarop deze het ouderschap ervaart, komen nauwelijks aan bod in theorievorming - terwijl ouderschap bijna altijd het grootste deel van een volwassen leven omvat. Je blijft immers ouder wanneer de kinderen het huis uit zijn.

In dit interview staan we stil bij haar proefschrift, haar drijfveren om te schrijven, ervaringen van ouders en het falen van de psychologie rond ouderschap.
Trefwoorden: ouderschap, ouderbegeleiding


Inleiding

Aan het eind van de jaren ’50 begon Alice van der Pas als maatschappelijk werker met het begeleiden van ouders op een Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB) in Amsterdam. Na enkele jaren opleiding en werk als psychiatrisch maatschappelijk werker vertrok ze naar de Verenigde Staten en zette haar studie en praktisch werk met ouders voort. Ze studeerde aan de Smith College School for Social Work (vandaar de titel MSW, Master of Social Work) en werkte in Philadelphia en in Cleveland als ‘social caseworker’. Dit betekende wekelijkse supervisie, veel workshops volgen en omringd zijn door goedgeschoolde, hoogwaardige en veeleisende collega’s.
Meer info
3,90
Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

VAN DE REDACTIE

KOLOM
Bert Krapels, Wees zijn


THEMA: GEWIK EN GEWEEG IN DE PLEEGZORG
Ineke Huibregtsen, Inleiding op het thema
Ineke Huibregtsen, Gescheiden en toch verbonden, een voorbeeld uit de praktijk
Dr. A.M. Weterings, Pleegzorg, zorg voor kind, ouder en pleegouder
Martin Blaauwgeers, Eigen ouders blijven meetellen
Dr. Mr. Mariëlle Bruning, Het recht op een ongestoord gezinsleven
Gé Haans, Gebrek aan nuance leidt tot polarisatie
Mr. A. Quik-Schuijt, Pleegzorg: stiefkind van de jeugdbescherming
Carla van Zuiden, Van dyade naar triade
Herman Baartman, Kiezen of delen
José Raijmakers & Lois van Beijnum, Dat kan wel zo zijn, maar...
Dr. P. Bastiaensen, Pleegkind: zorg van pleegouder én ouder
Alice van der Pas, Weterings’ denktrant zetpleegzorgwerker op verkeerd been
Dr. A.M. Weterings, Reactie op de commentaren
Mary Richmond, maatschappelijk werkers en hun taak


RUBRIEKEN
Surf & Zap
The Lancet, De verkoop aan - en uitverkoop van - kinderen

Je naaste buur is beter dan je verre broer
Birsen Akin, Ziekte of verstandelijke handicap?

Wellesnietes
Bert en Ben Krapels, Manager en professional in de GGZ: Wie loopt wie voor de voeten?

In gesprek met een onderzoeker
Alice van der Pas, Alles wat ik weet heb ik van ouders geleerd


LITERATUUR
Recensies

Tony Attwood, Het syndroom van Asperger, een gids voor ouders en hulpverleners
Liane Holliday Willey, Pretending to be normal. Living with Asperger’s Syndrome
Liane Holliday Willey, Asperger Syndrome in the family. Redefining normal
Hanneke Meulink-Korf & Aat van Rhijn, De onvermoede Derde
James Garbarino, Lost boys
Irene Sagel-Grande (red.), In the best interest of the child: conflict resolution for and by children and juveniles
Jeannette Nienhuis, Het verborgen kind; een zoektocht

Notabene

SUMMARIES
Meer info
Gratis
Je naaste buur is beter dan je verre broer

Je naaste buur is beter dan je verre broer

Interview met Gita Ramhit, consulente/maatschappelijk werkende bij de Sociaal Pedagogische Dienst - Zuid Holland Noord
Van Suriname naar Nederland
Ik ben van Surinaams-hindoestaanse afkomst en net als mijn ouders en grootouders in Suriname geboren. Mijn overgrootouders zijn in India geboren. Op jonge leeftijd kwam ik naar Nederland.
In het boerendorp waar ik opgroeide, ontdekte ik dezelfde patronen als in het dorpsleven in Suriname, zoals betrokkenheid, sociale controle en de wij-cultuur. Toen ik in de stad ging wonen, bezocht ik de Sociale Academie. Tijdens die opleiding volgde ik nog andere cursussen, zoals management en secretariaat om mijn positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Ik heb toen allerlei soorten werk gehad, van secretariaatswerk tot personeelsfunctionaris, tot ik mijn baan als schoolmaatschappelijk werkster kreeg. Nadien werkte ik onder anderen als bedrijfsmaatschappelijk werkster en sinds vijfenhalf jaar werk ik bij de SPD. Tussendoor ben ik gestopt met werken omdat ik twee kinderen kreeg.
Werken met je ‘eigen’ doelgroep is prettig!
Meer info
3,90
Kiezen of delen

Kiezen of delen

‘Pleeggezinplaatsingen (...) roepen veel discussies op (...). De discussies zijn heftig en emotioneel’, aldus Weterings. Dat geldt ook voor haar betoog. Stijl en inhoud ervan dragen niet bij aan een rationele discussie over beleid in de pleegzorg. De stijl is tendentieus in die zin, dat ze veel beweert, maar zonder daar evidentie voor aan te dragen, en de stellingname is eenzijdig. Ik geef drie voorbeelden van zulke beweringen. ‘In hulpverlening en rechtspraak ligt de nadruk op het recht van de ouders.’ ‘Verlies van zijn pleegouder als hechtingspersoon wordt beleidsmatig niet beschouwd als een trauma voor het kind.’ ‘Moeders worden na uithuisplaatsing van een kind meestal geen competente opvoeders.’ Ik geef met opzet deze voorbeelden, omdat deze beweringen een rol spelen als argument voor de kern van haar betoog. Die kern is: geef pleegouders en pleegkind zo gauw mogelijk vastigheid over het perspectief van het kind, want dat is het allerbeste voor iedereen. Mijn verdere reactie spits ik hierop toe.
Meer info
3,90
Kolom - Wees zijn

Kolom - Wees zijn

Sinds een jaar ben ik wees. Gezien mijn leeftijd is het geen dramatische situatie, maar het zet me weer aan het denken over ouderschap, iets waar ik als redactielid en vader toch al last van heb. Omdat ik vrij eigenwijs was, waren mijn ouders al vroeg klaar met mijn opvoeding.
Meer info
3,90
Literatuur- nota bene

Literatuur- nota bene

Een allerhande aan artikelen en boeken kort gesignaleerd: Nederlands en anderstalig, oud en nieuw, praktisch en theoretisch, verzorgd door Alice van der Pas
Willems, Jan (2002). Een essay over kinderbescherming. Nederlands Tijdschrift voor Jeugdzorg 6,6: 308-321.
Een meeslepend en fel pleidooi om ouders niet in hun sop gaar te laten koken - tot het te laat is en ze bij de kinderrechter op het matje worden geroepen. De overheid voldoet niet aan haar verplichting om opvoeders actief te steunen. Ouders mét hulpvraag worden opgezadeld met ondermaatse hulp; ouders zonder hulpvraag zijn pas aan de orde als de omgeving last heeft van hun kind. Ons ‘systeem van georganiseerd wantrouwen ten aanzien van opvoeders’ en onze 'repressieve’ maatregelen van kinderbescherming moeten hoognodig worden vervangen door gemeenschapsbemoeienis die tot uiting komt in preventieve zorg voor alle ouders.
Meer info
3,90
Literatuur- recensies

Literatuur- recensies

Recensies

Tony Attwood, Het syndroom van Asperger, een gids voor ouders en hulpverleners
Liane Holliday Willey, Pretending to be normal. Living with Asperger’s Syndrome
Liane Holliday Willey, Asperger Syndrome in the family. Redefining normal
Hanneke Meulink-Korf & Aat van Rhijn, De onvermoede Derde
James Garbarino, Lost boys
Irene Sagel-Grande (red.), In the best interest of the child: conflict resolution for and by children and juveniles
Jeannette Nienhuis, Het verborgen kind; een zoektocht
Meer info
3,90
Maatschappelijke werkers en hun taak

Maatschappelijke werkers en hun taak

Noot van de redactie:
In 1917 publiceerde de Amerikaanse Mary Richmond een Handboek voor maatschappelijk werkers dat nog steeds het raadplegen waard is: ‘Social Diagnosis’. Het werd een klassieker. Haar tweede boek ging over begeleiding en behandeling en was getiteld ‘Social Casework’. Het verscheen in 1923, en werd in 1928 in het Nederlands vertaald. De volgende passage gaat over de pleegzorg.
Meer info
3,90
Pleegkind: zorg van pleegouder én ouder

Pleegkind: zorg van pleegouder én ouder

Het Pedagogisch Model steunt vooral op het hechtingsconcept. Bij een langdurige pleeggezin-plaatsing, zoals Weterings beschrijft in de laatste fase, biedt dit model echter een te smalle basis. Centraal in deze fase staat het belang van ‘het (doen) ontstaan en behouden van een hechtings-en opvoedingsrelatie met de pleegouders’. Door hierop sterk de nadruk te leggen is het risico van een ideaaltypische en starre benadering reëel. Bij veel pleegkinderen is sprake van hechtingspro-blematiek. Resteert voor hen, door het niet aan kunnen gaan van de hechtingsrelatie die nodig is voor opvoeding door pleegouders, een internaatsplaatsing? Of kan het pleeggezin juist andere zaken bieden, zoals persoonlijke aandacht, continuïteit, gezinsroutine en -regels? Ook aan oudere kinderen die sterk loyaal zijn aan hun ouders?
Meer info
3,90
Pleegzorg, zorg voor kind, ouder en pleegouder

Pleegzorg, zorg voor kind, ouder en pleegouder

Wil pleegzorg de ontwikkeling van het kind ten goede kunnen komen, dan is andere dan tot nu toe gebruikelijke zorg voor zijn ouder nodig. De ouder heeft ondersteuning nodig om de grenzen te aanvaarden die gesteld worden aan de invulling van zijn verantwoordelijkheid voor de opvoeding als zijn kind uit huis geplaatst is. Deze grenzen worden bepaald aan de hand van de ontwikkeling van het kind en aan de hand van de inhoud van de opvoedingstaken van de ouder/opvoeder die daarbij behoren.
Voor terugplaatsing is intensief begeleid contact nodig om de hechtings- en opvoedingsrelatie tussen ouders en kind te herstellen of te laten ontwikkelen op een voor de ontwikkeling van het kind adequate termijn. Blijkt intensief contact niet mogelijk, en treedt weinig verbetering op in de interactie tussen ouder en kind, dan zal de ouder ondersteuning nodig hebben om zijn verantwoordelijkheid op een andere wijze vorm te geven door:
- te aanvaarden dat pleegouders zijn kind opvoeden, in principe tot zijn volwassenheid;
- het kind zijn liefde en betrokkenheid te laten ervaren met een op de behoefte van het kind afgestemde vorm van contact.
Op deze wijze kan de emotionele (gezins-)band tussen ouder en kind op een reële basis gehandhaafd blijven.
Trefwoorden: pleegzorg, kind, ouder, pleegouder, recht van ouder, recht van kind, hulpverlening in de pleegzorg
Dr. A.M. Weterings is senior onderzoeker aan de Universiteit van Leiden.
Adres: Universiteit Leiden, F.S.W. Afdeling Orthopedagogiek.
Postbus 9555, 2300 RB Leiden.
Meer info
3,90
Pleegzorg: stiefkind van de jeugdbescherming

Pleegzorg: stiefkind van de jeugdbescherming

De zorg van Dr. Weterings over het functioneren van de Gezinsvoogdijinstelling (GVI) als het kind in een pleeggezin woont herken ik maar al te goed. Zowel de ‘ontvlechting’ als de wijziging van de OTS-wetgeving (Ondertoezichtstelling) hebben voor problemen gezorgd.


Ontvlechting

Omdat enerzijds te veel pleeggezinplaatsingen werden afgebroken omdat de pleegouders het niet langer volhielden en anderzijds werd gesignaleerd dat gezinsvoogden conflicterende belangen tussen ouders, pleegouders en pleegkind niet altijd even goed konden hanteren heeft men organisatorisch de begeleiding van de pleegouders los gemaakt van de GVI. Problemen ontstonden bijvoorbeeld als ouders een uitgebreide omgangsregeling wilden en pleegouders pleitten voor een minder frequente regeling omdat zij geconfronteerd werden met een terugval van het kind na ieder contact. Dat leidde tot de gedachte om de begeleiding van ouders en pleegouders te ‘ontvlechten’.
Meer info
3,90
Reactie op de commentaren. Pleegzorg, zorg voor kind, ouder en pleegouder

Reactie op de commentaren. Pleegzorg, zorg voor kind, ouder en pleegouder

Slechts twee van de negen commentatoren schrijven over hun zorgen om het welzijn van het kind, namelijk kinderrechter mr. Quik-Schuijt en de vader. Zij zijn echter geen hulpverlener en kunnen weinig doen. De vader stelt - terecht - dat de GVI niet heeft geluisterd naar zijn zorgen om zijn kind.
De laatste jaren is dit fenomeen - niet luisteren naar ouders en pleegouders - herhaaldelijk aan de orde gesteld1. Zorgen van ouders en van pleegouders worden weinig serieus genomen. De gezinsvoogdijinstellingen hebben geen tijd meer om goed te luisteren, overbelast als zij zijn. Het volgen van het eigen uitgezette beleid kost ook minder tijd. Bovendien hebben de GVI’s vrijwel absolute macht. Ook de Voorzieningen voor Pleegzorg kunnen (of durven?) geen eigen beleid te voeren om de - afhankelijke - relatie met de plaatsende instanties, met name de GVI’s, niet te verstoren.
Meer info
3,90
Summaries

Summaries

Summaries
Meer info
3,90
Surf & Zap

Surf & Zap

De redactie van het oude en gezaghebbende Britse medische tijdschrift ‘The Lancet’ opende het nummer van 28 september j.l. (jrg 360, p. 959) met een aanklacht tegen de voedselindustrie en tegen reclamepraktijken die misbruik maken van kinderen en ouders. Met toestemming van ‘The Lancet’ voegen wij de daarin vervatte interessante informatie graag toe aan de recente berichten over overgewicht onder Nederlandse kinderen en de gevolgen daarvan voor hun gezondheid.
Meer info
3,90
Thema I: Gewik en geweeg in depleegzorg - Inleiding op het thema

Thema I: Gewik en geweeg in depleegzorg - Inleiding op het thema

In het najaar van 2001 nodigde de redactie mevrouw dr. A.M. Weterings uit om haar ideeën over een ideale pleegzorg op papier te zetten. Zij nam die uitnodiging met beide handen aan, en stuurde ons bovendien een overzicht van structurele weeffouten en lacunes in de jeugdbescherming, en een samenvatting van de theoretische visie die haars inziens centraal zou moeten staan bij pleegzorg. Zoals afgesproken hebben we haar bijdrage in zijn geheel voorgelegd aan een reeks collega’s en andere deskundigen, met het verzoek om hun commentaar. De negen reacties zijn anoniem aan mevrouw Weterings voorgelegd en door haar becommentarieerd. Dit geheel van artikel, reacties en repliek vormt de hoofdmoot van dit themanummer.
Tijdens de voorbereiding werd steeds duidelijker - mede naar aanleiding van de problemen die Weterings signaleert - dat het onderwerp ‘gewik en geweeg in de pleegzorg’ een breder kader verdiende. Onderstaande inleiding op het thema is een poging om dat kader te schetsen. Het gehele thema doornemend zult u merken dat pleegzorgproblemen inderdaad algemene en wijdverbreide jeugdbescher-mingsproblemen zijn, op theoretisch, beleids- en uitvoerend niveau.
Meer info
3,90
Van de redactie

Van de redactie

‘Alles wat ik weet heb ik van ouders geleerd’. Zo is de titel van het interview met Alice van der Pas in dit nummer, naar aanleiding van haar nieuwste publicatie: het binnenkort te verschijnen proefschrift. Behalve een ervaren auteur is zij ook een kundig redacteur. Alice nam in 1997 het initiatief tot de oprichting van dit tijdschrift, stelde de redactie samen en ontwikkelde een groot deel van de formule.
Meer info
3,90
Van dyade naar triade

Van dyade naar triade

Het artikel lezend valt mij op dat mevrouw Weterings vooral ingaat op de relatie tussen kind en biologische ouder(s). Haar voorstel om tot een pedagogisch begeleidingsmodel te komen gaat over het kind en zijn ouders.
In dit verband mis ik de consequenties voor het pleeggezin van deze benadering.
Meer info
3,90
Welles nietes

Welles nietes

Manager en professional in de GGZ: wie loopt wie voor de voeten?
Het onderstaande is een voorbeeld van pure, onoplosbare en zo te zien onoverbrugbare wellesnietes. De redactie heeft twee broers zover weten te krijgen dat zij hun diepgaande meningsverschillen over het onderwerp ‘management in de GGZ’ op papier wilden zetten. Hun discussie gaat niet alleen iedereen in die sector aan, van laag tot hoog, maar zo ongeveer iedereen in alle sectoren van hulpverlening waar professionals hun werk en vakkennis gerespecteerd willen zien. ‘Wie gaat het niet aan!’, kun je beter zeggen. Maar, zoals een van de beide broers zei: We begrijpen elkaars standpunt totaal niet’. Discussiëren heeft dan ook eigenlijk geen zin. Als broers kunnen ze niettemin uitstekend met elkaar overweg.
Broer Bert: ‘Managers managen de verkeerde dingen’
Een manager in de gezondheidszorg en een hulpverlener gaan moeilijk samen in één familie. Ik geloof dat mijn broer een goede manager is, bezien vanuit het standpunt van management, maar in mijn hulpverlenersogen heeft hij een fout beroep. Ik zal duidelijk maken waarom ik dat vind.
Meer info
3,90
Weterings’ denktrant zetpleegzorgwerker op verkeerd been

Weterings’ denktrant zetpleegzorgwerker op verkeerd been

Weterings legt de vinger op zere plekken in de pleegzorg. Aangezien ongeveer de helft van alle pleegzorgplaatsingen blijkt te mislukken is er alle reden om alarm te slaan, maar met hameren op hechtingstheorie en op het belang van het kind worden pleegzorgproblemen niet verholpen. Integendeel - zoals ik hierna toelicht.
‘Het belang van het kind’ benadrukken is een loos gebaar, want met deze term kun je alle kanten op. Het is ook een suggestief gebaar. Wie ‘het belang van het kind’ (BvhK) in de mond neemt, suggereert dat hij/zij méér dan anderen om het kind geeft, en zéker meer dan degene die in de schoenen van ouders probeert te staan. Dat bevordert de discussie niet. Elke hulpverlener en elke beleidsmaker heeft het BvhK voor ogen — óók in de pleegzorg. Hun werk is echter onvermijdelijk een zaak van compromissen: blijft het kind thuis, dan krijgt het misschien niet de beste zorg; gaat het naar pleegouders, dan is het niet thuis. Tussen die twee hoofd-compromissen spelen de talloze kleine compromissen van de pleegzorg zich af. Bij geen daarvan is het BvhK ooit optimaal gediend. Het blijft behelpen met pleegzorg.
Meer info
3,90