Feestelijke morele overdracht

Feestelijke morele overdracht

Productgroep Gezin, morele opvoeding en antisociaal gedrag
Wim Westerman | 2000
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Sinds 1985 wordt het basisonderwijs en sinds 1989 het voortgezet onderwijs geacht ‘intercultureel’ gegeven te worden. Niet als een vak, maar als een ‘principe dat het gehele onderwijs doordringt’ (Westerman, 1993, 27 v.). Voor het basis- en speciaal onderwijs is er daarnaast nog de verplichting tot het onderwijzen van ‘geestelijke stromingen’, een leergebied vaak opgevat als facet van intercultureel onderwijs, en ter onderscheiding van facultatief godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs als ‘objectief kennisgebied’ aangeduid (Westerman, 1984 B).
Bij de introductie van intercultureel onderwijs kozen veel scholen voor themaprojecten als: kleding, voeding, muziek, dans en feesten. Dat leidde veelal meer tot het tonen van interessante folklore, dan tot echt interculturele kennisname of ontmoeting. Daarbij dreigden de uitingen van etnische minderheidsgroepen tot bezienswaardigheden te worden (Dors; Westerman, 1983).
In beschouwingen over geestelijke stromingen werd enerzijds de voorwaarde van objectiviteit onderstreept (Meijer, 1987; 1990, 38), anderzijds werd de onwenselijkheid en onhaalbaarheid daarvan aangegeven (Corsius, 120; Westerman, 1993).